Mijn Zeehuisverblijf

Mijn verblijven in Bergen aan Zee
in het Zeehuis van het NIVON
21-25 oktober 2024

22 oktober een erg leuke en volle dag gehad. Eerst in de ochtendzon lekker aan het strand gezeten, genietend van de met de wind meedansende kraaien/kauwen, die af en toe in een duikvlucht vlak achter niets vermoedende mensen landen, die met hun rug tegen de tafel van een bankje zitten. Daar pikken ze dan een koekje mee of een kruimel.
Ook genoten van de spelletjes spelende mensen.

Vervolgens terug naar het zeehuis, op de bank gezeten luisterend naar discussies van kunstenaars en hun aanwezigheid op facebook en Instagram. Het Zeehuis doet ook mee aan de kunsttiendaagse. Ondertussen wat gegeten

Daarna naar huize Glorie, dat is een hotel ook onderdeel van de tiendaagse. Een leuke discussie gehad met een aburdistische kunstenaar. Hij maakte ook werk in andere stijlen, zoals hier het plaatje van het briefschrijvend meisje, waarin je ook de weerspiegelingen ziet van het hotel, de lamp, en mezelf als fotograaf.
Ook erg lang gesproken met de kunstenaar van gisteren, die wat mij betreft een mooie wolf had gemaakt van koperen plaatjes met een handvat eraan. Hij noemde het ‘Wolf’. Wat mij betreft kon ie het beter: ‘de wolf, waar zetten wij hem neer’ noemen of zoiets. Je kon ‘m namelijk verplaatsen. En die naam zou precies oproepen van waar hij aandacht voor wilde vragen: hoe gaan wij om met de natuur. Hij vond het een goed idee (zie plaatje)

Zelf is hij eergisteravond, zijn vrouw ook, door een herdershond in de kuiten gebeten, toen ze in het donker een strandwandeling maakten. De eigenaar wist niets beters te zeggen dan: hij bijt. En hij liep los… dat hoorde ik weer ’s avonds aan tafel.

Ik schrijf ook in de ontvangsthal aan een tafel, waarbij ik tussendoor ook veel aan het kletsen ben met anderen die ook met een ‘hobby’ bezig zijn. Zo schrijven is leuk en springt wat mij betreft dan ook wel van de hak op de tak, ergens hou ik daar van.

Er kwamen net twee kinderen naar de receptie in paniek. ‘Een satéprikker is door de hand gegaan’ Er is veel bloed zichtbaar. Het bloed blijkt aardbeienjam. Gefopt.
Het weer is helaas vandaag erg bewolkt. Maar ja het kan niet altijd zonnig zijn … De temperatuur is nog steeds hoewel kouder dan gisteren zeer aangenaam, maar als ik dit schrijf breekt zowaar heel even de zon door.

Een vrouw die ik nog kende van vorig jaar kerstmis in het Zeehuis heeft nog wat fruit over en zet het voor me neer. Zij vertrekt weer. Zij omschreef zichzelf als een organisch impulsieve kunstenaar, van de hak op de tak , maar zij kon ook wel weer goed planmatig werken, als dat nodig is of als de kunst die in haar ontstaat dat oproept.
Vandaag voor haar weg naar huis heeft zij duidelijke plannen, om nog even wat kunsttiendaagse te bezoeken.
In haar herken ik best veel van mezelf.

Bergen aan zee 23 oktober 2024: Gedichtje

aangespoelde zeesterren en krabjes
scharrelende kraaien, kleine meeuwen
als vlinder vliegend vliegt een vlieger in de lucht
met ogen als een dagpauwenoog
silhouetten trekken langs het rood van ondergaande zon
er staat een vrouw in zee
zij spant haar naakte bovenlichaam
natuur is krachtig mooier en lekkerder dan een katholieke pannenkoek
al fleur je die op met stroop, spek of chocola
het tipt niet aan een vrouw in zee met koudwaterspanning
niet verloren gegaan
in temperatuurongevoelig deeg

Nog even wat schrijversselfies 24 oktober

Het was fantastisch, morgen weer naar huis
Vandaag heb ik eerst in een wachthuisje van knalpijpen (werk van Rob Chevalier) hier op de parkeerplaats van het Zeehuis wat selfies gemaakt, als schrijver. Voor een nieuwe website. Verder ging ik strandwandelen en besloot onderweg Bergen aan zee nader te verkennen. Ik kwam terecht in het vredeskerkje, waar ook een tiendaagse kunsttentoonstelling is. Ik kwam er ook een dichteres tegen van de vereniging taalpodium, voorheen poëziecafé, waar ik jaren geleden jarenlang lid van ben geweest. Wel grappig om even ‘bij te praten’. Ook schotse hooglanders gezien. Helaas : morgen weer naar huis. Het waren geweldige dagen hier met prachtig weer. Het kon haast niet beter. Ook wat nieuwe contacten gelegd.

Mijn eerste week interrail


Eerste week interrail

Als ik 22 mei vertrek zet een buurvrouw van mij een vriendin op de trein. Zij woont in Luxemburg. We reizen samen tot Luik. De tijd vliegt: ‘ik moet maar eens langskomen’, zegt ze.
Ik onthoud het woord ‘wegversperring’ uit onze gesprekken: wegversperring, wegversperring, weg versperring. Ons gesprekken waren vrij ongedwongen.

Station Luik Guillemens is prachtig. De volle zon staat erop. Dan is het een groot lichtfeest, mooie kleurschakeringen. Als de zon niet schijnt is het een stuk minder.

Wat zoek ik eigenlijk nog in Luik. Ik was hier op pelgrimstocht naar Santiago jaren geleden. R liep de eerste week mee. De stad is veranderd, de wandeling langs de maas ook. R is overleden aan borstkanker.

Ik loop verder en begin weer opnieuw

Dit verhaaltje schreef in de Luikse jeugdherberg:

een paar observaties

Een groep arriveert druppelsgwijs. Oudere mannen geven aan mannen en vrouwen een begroetingskus op de wang. Er zijn er in wit-blauw gestreepte langemouwenhemden. Zelfs iemand met zeemanspet. Bier wordt besteld. De groep zwelt aan. Ik wil weten wat hen bindt. Er zijn ook jongeren bij en jonge vrouwen met kind. Eindelijk ben ik zover. Ik vraag het. Blijken het mensen van een zeilschool. Vanavond is hun jaarlijkse verenigingsbarbecue.

Er klinkt hevig tafelvoetbal van een fanatieke groep jongeren, aan mijn linkerkant.

Vanuit het zaaltje verderop klinken jonge kinderen keihard gillend zingend, springend en schreeuwend op Joost-klein-achtige muziek, vrolijk.

Ik zat hier 2 nachten op een individuele kamer. De derde nacht zat ik in Namen in een slaapzaal van 4. Daar schreef ik:

Een collega

Ik lig op een vierpersoonskamer met iemand van in de twintig, die sinds 5 jaar dezelfde doofheid heeft als zijn moeder. Daarnaast een Ierse straatmuzikant van 50 die rondtrekt en steeds ergens speelt tot ze hem wegsturen. Hier in België is dat meestal twee dagen. Hij probeert minimaal zo’n 4 uur per dag te spelen.
’Soms verdien ik niet echt, maar heb ik wel een warm welkom, zoals vandaag. Ik had gelijk een briefje in de bak, een bar-eigenaar vraagt me morgen te komen spelen en een meisje komt nog terug om op mijn muziek te dansen.’
Leuk een collega.

‘Baan zelf een weg’ en ‘hoe te reizen’ vormen voor mij wel een thema, dat steeds terugkeert, net als mensen onderweg, contacten… en hoe je uit alles zin kunt halen en maken; het gaat om vertrouwen en visie, eigen geweten en kompas,

Het lukt mij steeds beter vanuit mijn eigen intuïtie te handelen.

Ik ben even in het huis van de poëzie geweest en er was een demonstratie/happening op het plein voor de beurs in Namen, over de vaccinatieslachtoffers van de coronapandemie. Het plein lag vol met kruisen, een aantal begrafeniskisten en veel plakkaten met de story’s van slachtoffers. Er was een tent, vanwaaruit een spreker sprak.
De straatmuzikant voelt zich verwant met complotdenkers, we kwamen elkaar tegen in de stad; alweer praten we erover. Hij heeft de happening ook vluchtig gezien. Hij heeft het steeds over de dwang en manipulatie die is uitgegaan van de vaccinatiecampagne en van de paniek waarmee vaccins werden gemaakt. Hij kent gevallen, waar de inentingen gewoon gewelddadig ondanks tegenspartelen van de cliënt zijn toegebracht.

Ik kan hem niet duidelijk maken dat ook deze demonstranten geen ultiem bewijs hebben van oorzaak en gevolg. Ik word moe van weer zo’n lange discussie. We staan hier al ruim een half uur op straat. ‘Ik wil jou zo meteen wel eens zien spelen’, probeer ik een ander onderwerp. Dan wordt hij erg onrustig, hij moet nog eerst naar de supermarkt, dan een plek zoeken, ‘je weet hoe dat gaat’, zegt hij.

Ik voel mijn zware voeten en benen. Hou de laatste tijd teveel vocht vast. Het komt ineens op me af: nog een uur lopen in andermans tempo, Nee dat niet! Dat red ik niet. Ik zeg gelijk wat in me opkomt: ‘I feel my feet… ik denk ik maar terugga naar het hostel op mijn eigen gemak.’
Goede beslissing, denk ik, als ik toch vrij lekker met ruimte om me heen langs de maas naar de jeugdherberg terugloop en pauzeer op een enkel bankje. Op mijn bed doe ik even een dutje.

Het is een vreemde balans, enerzijds moet ik in beweging blijven, maar anderzijds de rust nemen van de ontspanning. De onrust van ik moet nog dit en ik moet nog dat. Daar wil en kan ik niet meer op drijven. Mijn eigen intuïtie, had ik daar maar eerder bewuster naar kunnen luisteren.

In plaats van de straatmuzikant doet de derde nacht een jonge student zijn opwachting.

een musketier op monorail

Er is een jonge student informatica en security uit Parijs aangekomen in de jeugdherberg. Hij studeert tijdelijk aan de universiteit hier in Namen. Hij heeft een zelfbalancerende eenwieler bij zich, een monorail, een wiel, waar je een hengsel uittrekt en twee klepjes naar buiten klapt om op te staan. ‘Hij kan 25 km hard,’ zegt hij.
Als ik weer naar Utrecht ga, zie ik hem wegrijden. Zijn uitstraling is adellijk hautain. Spillebenen in een bordeaux-rode korte hangjas over een lichtbruine broek, hoge stevige schoenen; met zijn lang zwart golvend haar ziet hij eruit als een van de drie musketiers.

In de trein terug naar Utrecht reflecteer ik op reizen en thuis zijn op reis.

De feestverschijning van een pelgrimstocht, reis, een goede psychologische of therapeutische behandeling zal als vanzelf tot je komen als je de tijd neemt om er naar te luisteren. Vooral naar de droom ervan.

Blijf niet als aan een elastiek tussen een gegeven droom en werkelijkheid symbiotisch heen en weer zwiepen. Dat schept geen thuisgevoel. Thuis is niet de plek, waar zo’n elastiek je naar toe trekt. Zo kan thuis zelfs trauma worden. Een droom zit nergens aan vast.

Voor de rest: loop zoveel mogelijk opgewekt door de straten, blijf alert en sukkel niet in slaap.

Op deze reis voel ik mijn moeheid, neem mijn rust, maar blijf bewegen, maak ‘mijn kruisteken’ in die zin dat ik mijn lot accepteer. Zo ontstaat ruimte voor empathie en betrokkenheid.

Wat zou ik nog willen?

Creatieve schrijfbijeenkomsten organiseren in groepjes onderweg, in groepjes, waarin ieder aan zijn eigen ding werkt. Betaalbaar en leuk. Zelfvoorzienend: zoiets?
Ik zou ook nog wel willen leven als een nomad met opdrachten onderweg, die dat leven betaalbaar en mogelijk maken. Waarbij het nomad zijn een thuis is en contacten onderweg inspiratie zijn.
Ook misschien zo nu en dan met een fiets, opklapwagentje en accordeon rondtrekken?

Wel met mijn thuisbasis Utrecht, voorlopig.

Ik heb nog veel meer gedaan. Ik heb daar nog wel wat van op mijn facebook gezet, maar ben er niet meer toe gekomen dat allemaal op mijn website te verwerken.
Ik ben in oktober nog een aantal dagen in het Zeehuis geweest in Bergen aan zee. Zie boven onder het kopje ‘mijn zeehuisverblijf 2024’ voor een verslag. Ik ben inmiddels met een nieuw schrijfsite bezig, die rond de jaarwisseling klaar moet zijn. Die wordt hier aangekondigd.

Recensie Suster Bertken – Frans Willem Verbaas –

Boekenrecensie:

Auteur: Frans Willem Verbaas
Soort boek: (theologische) Roman
Uitgever: Mozaïek Utrecht 2023
Omvang: 317 pagina’s

In de historische roman Suster Bertken weet Frans Willem Verbaas een mooi tijdsbeeld te creëren en het mysterie dat rond deze kluizenares hangt fictief te ontrafelen. Het brengt haar terug tot menselijke proporties, ook een heilige is een mens. De wereld, zoals zij die meemaakt vanuit de kluis is wat mij betreft goed getroffen. Het geeft ook inzicht in het ‘gedoe’ met biechtvaders, een eerzuchtige pastoor, haar vader, die enerzijds een eerbiedwaardig kannunik, priester, was maar anderzijds een vrouw had, naar de hoeren ging en zich aan jonge meisjes vergreep.
Het geeft ook een inkijkje in theologische stromingen die in die tijd leefden, ook de jonge Erasmus komt er in voor. Verder de Hoekse en Kabeljouwse twisten.
Vanuit het perspectief van Suster Bertken in haar laatste levensjaren krijgt alles gestalte.
Mooi gedaan. Geloofwaardig wel. Ik vond het af en toe wel wat lang uitgesponnen, maar heb het geboeid gelezen.
Jammer dat de achterflap het verhaaltje terugbrengt tot een strijd tussen de eerzuchtige pastoor Palinck en zuster Bertha. Die had wat mij betreft sowieso wat bondiger kunnen zijn
Het boek geeft ook een kijkje achter de katholieke schermen en in de kracht van ‘spiritualiteit’.

Ik geef 4 sterren

De pantoum heeft me bevrijd


‘De pantoum heeft mij bevrijd’
boekje van 32 blz met 20 pantoums.
En je leert ook pantoums maken
komt uit 27-04-2024
auteur: Thijs Hanrath

Alvast de voorpagina (zie boven) en de achterflap:

Waar gaat dit boekje over?

Ik verbleef vlak na de corona-crisis een kleine twee maanden in Callosa in Spanje als ‘artist in residence’ in een prachtig antiek huis met drie verdiepingen en een dakterras. Dit was mogelijk gemaakt door de FCKD: Fundación Cultural Knecht-Drenth. Ik wilde er een boek schrijven, maar liep vast. Van de weeromstuit ben ik pantoums gaan maken. Elke dag. Ook op locatie, dat gaf soulaas. Ergens op een bankje, de omgeving in je opnemen en luisteren naar wat er in je omgaat. Achteraf hebben de pantoums mij laten zien, waar ik mee bezig was. In dit boekje vind je er 20 en leer je ze ook zelf maken. Je hoeft geen groot dichter of schrijver te zijn. Iedereen kan ze creëren. Al doende leer je er de mogelijkheden van ontdekken. Ruim een maand geleden dacht ik: leuk om er een boekje van te maken voor de vrijmarkt met een workshop erbij. Het is gelukt: de kracht van de deadline.

Recensie Een soort eelt – Rinske Bouwman

Boekenrecensie:

Auteur: Rinske Bouwman (Nederland)
Soort boek: Roman
Uitgever: Uitgeverij Orlando, januari 2024
Omvang: 192 pagina’s

In de debuutroman van Rinske Bouwman, een soort eelt, gaat het over een meisje Sarlag, met Nederlandse ouders, die als ze nog maar een paar maanden is in Mogolië gaan wonen. Daar groeit ze op met haar broerje Yul.
Ze gaat terug naar Nederland vind werk in de vriesafdeling van de Dirk in Utrecht, leert een vriendje kennen, maar blijft hangen in wat er gebeurt is in Mongolië.
Haar vader en broer hebben een ongeluk gehad. Ze gaat terug naar Mongolië. Totdat erover gepraat kan worden. Dat is eigenlijk het proces dat op absurdistische wijze in dit boek afspeelt. In scenes in Utrecht en in Mongolië. Het doet mij af en toe ook wel aan de Rhinoceros van Ionesco denken. In Sarlag vindt ook een bepaalde gedaanteverandering plaats. Die ingezet wordt met: En toen gebeurde het: ik ontspande. Ik trok de conclusie: achteraf dingen willen heeft geen zin. Zo ziet ze zich uiteindelijk in de spiegel van de winkelruit van Dirk van de Broek: ‘ze is het echt’

Wie ze dan ‘echt’ is daar zou je haar boek dan nog eens goed over moeten nalezen. Maar dat heb ik dan niet meer gedaan. Ik vond het ook wel weer genoeg zo 😉
Gaat het over rouwverwerking…(?)

Het is op een bepaalde manier wel boeiend geschreven, van allerlei werkelijkheden worden met elkaar verweven.
Het blijft op een bepaalde manier ook wel wat ‘afstandelijk’ nergens wordt heel erg diep op in gegaan. Korte zinnentje als bijvoorbeeld:’De dag daarna vroeg Kalle of ik Mongolië miste. Ik zei dat ik dat een domme vraag vond. Hij vroeg of ik zijn vriendinnetje wilde zijn. Ik zei: ‘Oké’.’
Die zinnetjes sturen wel het verhaal. Het verhaal zit goed in elkaar.

Ik geef het 4 sterren.

Thijs Hanrath

Neem je koffer mee


Ik heb afgelopen weekend vanaf vrijdag 14.00 uur- zondag 12.00 (16-18 februari 2024) in het Koos Vorrink huis in Lage Vuursche een ‘workshop’ : ‘Neem je koffer mee …’ gevolgd. Dit onder leiding van Anneke Sarolea-Hoekstra & Grigori Sarolea in samenwerking met het NIVON.

Je komt met een koffer aan instrumenten en andere (je eigen) bagage bij elkaar. Je begint gespreksmatig, improviserend muziek te maken en naar elkaar te luisteren. Er ontstaat van alles: dat krijgt en geef je meer of minder structuur o.l.v Grigori.

Ik vond het erg inspirerend, ook voor mijn schrijven. De eerste en tweede dag vond ik echt geweldig. De laatste dag zat ik er ook wel even doorheen, was ik misschien ook wel wat moe van de vele indrukken, (nog) recalcitranter en ook blij dat ik weer naar huis kon. Mijn instrumenten: accordeon en stem.

Maar uiteindelijk hartstikke fijn om gedaan te hebben en ook weer wat contacten opgedaan.

Op de groepsfoto: de instrumenten… Niet allemaal staan ze erop

Mijn pad gevonden



Ben vroeg wakker, besluit de eerste trein naar Maastricht te nemen. Bedenk onderweg dat ik beter meteen van station Roermond naar Montfort kan lopen, daar even rondhangen, het graf van mijn ouders bezoeken, dan met bus, trein, bus naar de Pietersberg voor de rondwandeling. Op het eindpunt een foto maken en klaar!

Het pieterpad ging mij niet snel genoeg op het laatst. Het nam mij teveel in beslag. Ik wilde weer ‘verder’. Ik was ook te moe om er nog veel over te schrijven

Op het eindpunt zijn net twee vrouwen aangekomen. Druk bezig met foto’s. Een mobiel op het bankje dat voor het raamwerk staat, zelfontspanner aan en dan bij de laatste tel allebei omhoog springen.
Zij willen ook wel even een foto van mij maken. Ik heb het gehaald en afgerond op mijn manier. Het dringt nog nauwelijks tot mij door.

De vrouwen hadden er drie jaar over gedaan. In zo n 13 weekenden. Ze wisten nog niet wat ze er over moesten vinden.

Eigenlijk best wel redelijk weer gehad. Er was behoorlijk wat regen voorspeld. Ben blij dat ik het voor vandaag allemaal zo uitgezocht heb en er nu klaar mee ben.
Van Roermond over Melick naar Montfort gelopen. Langs de kapel in het zand, waar een oudoom vroeger pater was, langs mijn oude middelbare school, kortom, de weg die ik vroeger heel veel gefietst heb.

Ik heb een kleine cyclaam en een heideplantje op het graf van mijn ouders gezet. Ze pasten precies in de open plekken in andere bakjes, alsof die er voor klaarstonden.
Hierna op weg gegaan naar de Pietersberg. De Limburgse etappes dus zo flink ingekort 😉

Ik heb de ruimte weer.

Het pad ben ik zelf ‘persoonlijk’, mijn ziel. Daar zal mijn schrijven ook over gaan.

‘Persoonlijk zijn’ is nu even een titel, die in me opkomt. Het gaat ook over de vrijheid, die je hebt in een groot geheel.

Ik aanvaard mijn ouders nu, zoals ze geweest zijn. Op hun manier hebben zij hun best gedaan. Ik ben ook niet volmaakt en niet meer met hun verstrengeld. Jammer dat er als kind weinig ruimte is geweest om persoonlijk te zijn. Maar uiteindelijk moet ieder kind het wiel ook zelf uitvinden.

Mijn flow en werkwijze heb ik nu gevonden. Dat is reizen: met trein, bus, boot, te voet, op de fiets en ondertussen schrijven. Onderweg ook lezen, mediteren, gewoon ‘zijn’ en plannen. Bonne fooien en ontmoeten. Heel misschien een enkele keer nog een LAW.
De wandelingen waren sowieso goed voor mijn spijsvertering.

Geen Pieterpad meer. Proost! De dag is weer van mezelf. Van mijn eigen bonnefooi 😉 Ik heb er mooie ontmoetingen gehad, lekker kunnen zitten op fijne ‘rustplekken’ (al dan niet met koffie) en leuke ‘gepreksbankjes’ waren er. Die hou ik erin.

Ik ga volgende week nog een etappe dubbel lopen. Met een vrouw, die ik ontmoette in een van de eerste etappes. Die afspraak loopt nog. Het gaat er eentje worden, niet te ver van Amsterdam.

Van het Pieterpad af



Van het Pieterpad af

Ik ben met de trein onderweg naar Vierlingsbeek en wil de etappe downloaden van de Pieterpadsite. Maar onbereikbaar. Zo kom ik op het idee om de etappe dan maar via Google Maps te doen, alleen het boekje vind ik niet genoeg. Drie opties: allen met delen van het Pieterpad. Ik kies die over Smakt en Meerlo, 16 km (i.p.v 24). Een lekker kort en makkelijk dagje! denk ik. In Smakt neem ik in het gelijknamig verzorgingstehuis een eerste koffiepauze, zittend in een heerlijke fauteuil. Een dubbele espresso. Alles is nog dicht, maar hier niet. Het personeel gaat gewoon zijn gang. Enkele tafeltjes verder komt een ‘boekenverslindster’ zitten om een oud boek uit te lezen, dat haar aangereikt wordt.

Ik kom op het idee, dat als het zo lekker gaat als nu, dat ik wel tot Venlo door zou kunnen lopen. Net als bij een langer verhaal vergt dat wel een andere spanningsboog. Daar ga ik me op voorbereiden.
In Meerlo aan de Hoofdstraat in een cafeetje, mijn voeten even uit de schoenen. Ik besluit na Swolgen nog tot Venlo te gaan.
Dan zou ik zelfs 5 etappes in 4 dagen gedaan hebben.

Het weer is prachtig zonnig geworden. De weg (o.a Meerlose weg) is soms wel wat saai, maar zeer stil en weinig verkeer. Er zijn ook stukken op fietspaden door bossen. Ik kom langs megavelden grote bloeiende ‘Afrikaantjes’ en ik vraag me af waarom ze die kweken op die schaal.

Een man en meisje op de tandem passeren. Het meisje neuriet vrij nadrukkelijk, hard krakende geluiden, die niet direct aangenaam zijn voor mijn oren. Ze gaat er volledig in op. Misschien is ze blind. Het is me ook niet duidelijk of ze er plezier in heeft. De man is misschien haar vader, of een hulpverlener uit een instelling. Hij geniet er zichtbaar van. Zoals gezegd heerlijk weer.
Later kom ik ze nog eens tegen. De tonen van het meisje zijn exact hetzelfde, het is haar motor denk ik nu.

In Grubbenvorst bij Jan Linders wat inkopen gedaan. Ook een biertje voor thuis. Op een bankje wat gegeten.
De laatste kilometers worden steeds zwaarder. Mijn voeten doen soms pijn. Ik word wat kortademiger. Als ik via het veer Velden bereik, zie ik daar op de rijksweg iemand bij een bushalte staan. In de verte zie ik de bus. Ik steek over en stap in. Het kan niet beter. Ik heb het gehaald, denk ik. Okay, 5,5 kilometer met de bus.

Op de een of andere manier ben ik er klaar mee, met het Pieterpad, al vanaf zaterdag 7 oktober ben ik al zo aan het lopen. Ik wil het afmaken, maar ik heb er wel genoeg van. Voor mij geen ‘voorgekauwde’ lange afstandswandelingen meer. Ik wil meer wandelen als ik er een dag zin in heb en mijn eigen projecten ondernemen. Ik wil vaker een terrasje, café of bibliotheek op zijn tijd, waar ik dan lekker lang zitten kan, als ik wil, zonder dan weer in de middle of nowhere door te ‘moeten’ gaan of zo… et cetera.

Het Pieterpad heeft mij wel veel gebracht. Ik had het even nodig om o.a. de overgang naar mijn pensioen ‘in banen te leiden’. En heel ver weg is het een afsluiting van een pelgrimstocht naar Santiago, die ik lang geleden gelopen heb. Wandelen, reizen en schrijven, daar ben ik wel van gaan houden. Dat blijf ik doen. Af en toe een etappe van een of andere route: ook okay.

Vandaag (11-10) heb ik even een rustdag, om ook wat adminstratieve zaken af te wikkelen en dan nog 5 etappes 😉

Ik ben aan het plannen voor morgen. Ik wil niet meer teveel wandelen en wil het afronden. Ik ga morgen met de trein naar Venlo. Daar ergens wat drinken, dan met Arriva naar Swalmen, daar wil ik wat rondkijken. Ik ben er nog nooit geweest, terwijl ik toch uit Montfort kom en in Roermond op de middelbare school heb gezeten.

Daarna wil ik met de trein naar Roermond en wandel ik over St Odilliënberg Montfortwaarts. Daar wil ik het graf van mijn ouders bezoeken en nog wat rond wandelen. De bus terug en vanuit Roermond de trein weer terug naar Utrecht. Dan moet ik van de laatste drie etappes nog wat maken. Dat zie ik morgen dan wel weer. Het gaat morgen wel behoorlijk regenen, zie ik. Ik zie het allemaal wel. Dit is in ieder geval het plan.

wandelen is leven




*Wat er ook gebeurt in je leven, wandel door. Ben op aarde om lief te hebben, risico te nemen; vooral ook, te voelen.

Ma 2 oktober: Zelhem-Braamt

bij rustpunt ‘Warm groen’ kroel ik een ezel de klitten uit zijn gezicht; hij geniet er zichtbaar van. Een hinnikende pony
jaagt hem weg. Niets meer aan te doen

*Willekeurige gesprekjes activeren delen van mijn leven uit het ‘Grote Bewustzijn’

Braamt-Millingen: Woe 4 oktober: tot Elten

Ik rust even uit op het bankje. Naast me een net gepensioneerde politie-agent.
Hij heeft heel wat herders en bouviers gehad. Hij kon goed africhten. Maar bij het hondje dat hij van zijn overleden buurman opgevangen had, lukte dat maar te dele. Zij was ook niet ‘gesocialiseerd en dacht dat elke andere hond haar aanviel’ Dat bleek wel toen een vrouw langskwam met twee honden. Wat ging ze tekeer. ‘Ik kan ‘r niet loslaten’ glimlachte hij, ‘ik heb het opgegeven haar nog wat te leren. Ze is ook al twaalf.’
De ex-politieman komt uit een streng gelovig protestant nest. Maar de ‘Tale Kanaäns’ daar is hij wel van genezen.
Hij voelt zich op het moment een ‘opa vertelt’. .
‘Mijn kinderen en kleinkinderen kennen me nog, maar als zij tenslotte dood zijn ben ik ook helemaal dood.’

Op een gegeven moment hebben we het ook over de zin en onzin van een autobiografie of levensverhaal. ‘Uiteindelijk gaat alles voorbii,’ zegt hij. Hij raadt me het boek aan van Anna van Suchtelen: Pionier tussen wetenschap en vrijheidsstrijders. Hij is er net in begonnen. Ik vind het een inspirerende titel.

We nemen afscheid en ik denk volop over de zin van mijn schrijven na.

Het gaat mij wat schrijven betreft om de mens en mijzelf als onderdeel van de gemeenschap. Het gaat niet om diagnoses of verklaringen. Het gaat om leven in overeenkomst met je bestemming, met wie je bent.

De etappe Braamt-Millingen: Do 5 oktober: vanaf Elten is een doorloop en uitwaai etappe in weg en waterland. In gedachten ben ik veel bezig met: Hoe en waarom wandel ik. Hoe geef ik dat vorm. Hoe maak ik onderscheid tussen feit en fictie. Feit en fictie kunnen volgens mij niet los van elkaar bestaan. In louter fictie kan ik in ieder geval niet wonen. Ik verzin die fictie zelf. Daarom ben ik er mee verbonden.
Ik ben pas vrij als ik een plek heb in wat ik doe en wie ik ben: als ik aanwezig ben.
Dat is ook de reden dat fictie bestaat. Het is iets los van mezelf, maar ik creëer het.

Zo kom ik in dit stuk doorloop en uitwaai etappe, wandelend tot inzichten.

Ik ben benieuwd weer naar de volgende etappes. Ik ga gewoon door

Ik leef

weggevallen
van mijn geloof
van Freud
de poëzie

een jasje logica
heeft me
nog korte tijd verwarmt
voor het verpulverde

inmiddels kleed ik mij
in allerlei lapjes
van mijn bestaan
van overal vandaan

van zeer ver moest ik komen
wat doet het er toe?
het is weggevallen

ik leef