Labyrint lopend

Thijs Hanrath, tijdens een optreden in Huizen 25-09-2021, waar hij o.a. het gedicht Labyrint lopend voordroeg.
Foto: Folkert Buiter


25 September een leuk open podium gehad in de bibliotheek in Huizen en gezellig na gekletst. Ik heb er o.a. onderstaand gedicht voorgedragen. Het gaat over labyrint-lopen. Een labyrint staat kort gezegd voor je levensweg. Je kunt er niet in verdwalen, je loop in tegenstelling tot een doolhof gewoon van de buitenkant naar binnen en weer terug. Je kunt een vraag stellen als je begint en dan geconcentreerd naar het midden bewegen. Je krijgt op een gegeven moment een antwoord, soms moet je daar even op wachten in het midden en daar loop je dan weer mee terug. Zo’n labyrint lopen is een meditatieve manier om antwoord te krijgen op levensvragen of bijvoorbeeld een gedicht te maken. Het werkt meestal wat beter, dan voor je lege scherm op gang te komen. Ik had een kladversie liggen van dit gedicht als pantoum, maar dit optreden zorgde voor deze versie ervan.


labyrint lopend

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
trekt een groot containervrachtschip voorbij
ik zie allerlei zaken van mij
ik zwaai ze uit ze zijn verkocht
ik ben er niet meer aan verknocht

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
zeg ik vaarwel tegen zinloze gedachten
staat mij eindelijk wat nieuws te wachten
terwijl ik me zeer bewust beweeg
ben ik helemaal open bijna leeg

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
zegt een stem mij hou steeds vertrouwen
en blijf zo levend teksten bouwen
uiteindelijk kom je bij wie je bent
die je eigenlijk al heel lang kent

in het kunstlabyrint aan de Waal
kom ik uiteindelijk mezelf tegen
ben ik mijn hemelpaard afgestegen
sta ik met beide benen op vaste grond
praat ik eindelijk uit eigen mond

Opnieuw beginnen; waarom ik schrijf.

Een verhaaltje over mijn verblijf in abdij Rolduc

abdij Rolduc hotel

Natuurlijk neem ik reacties op mijn schrijven serieus, maar ik ben inmiddels ook zover dat ik niet meer weg waai met elk opkomend windje. Ik hou mijn eigen focus. Ik schenk me nog een koffie in. Schrijven is voor mij geen roeping, geen stress, geen moeten, ik vind het over het algemeen zinvol. Ik hou ervan om creatief te zijn en mezelf te kunnen uiten. Ik wil delen, helen en samen zijn. Dienstbaar. Bewust zijn en steeds weer onderweg. Ik hou van kijken, observeren, deelnemen en vastleggen.
Er gonst gelach en gezellig geklets van het terras op de binnenplaats mijn hotelkamer binnen. Ik ga me scheren, aankleden en er tussen zitten.
Maar eenmaal beneden, is de grote groep weg. De zachte ochtendzon verwarmt mijn bovenrug. Waterfonteintjesgedruppel laat de stilte horen.
Ik hou van dit instant schrijven op locatie. Het ontspant. Ik laat mijn impressies stromen en maak er leesbare tekst van. De espresso voor mijn neus dampt. Ik peuter een mini-boterkoekje uit zijn verpakking.

Voor me, het beeldje ‘Sjefke, de Rolduciën’. Dat moet de herinnering levend houden aan de vele priesterstudenten, die hier zijn opgeleid. Een bedeesd stuk steen met een korte broek die net onder de knieën als een zakje hangt. Hoe heet zo’n broek ook al weer? O ja, een knickerbocker. Sjefke draagt twee boeken onder zijn arm. Hij lijkt zo toch het meest op een verdwaalde mohikaan uit een oud religieus museum. Steeds meer mensen druppelen binnen. Het geroezemoes zwelt aan. Naast me roddelt een meisje over haar katholieke moeder.

Ik ben weer onderweg naar Utrecht. Vanaf station Roermond rij ik op mijn minifietsje nog even langs het graf van mijn ouders. Daar liggen ze nu, in de dood verenigd, ik kijk naar de in elkaar geschoven ringetjes tussen hun namen. Ik bedank ze voor alles, maar mijn lichaam wordt zwaar. Waarom waren jullie zo afwezig, als het ging om te zien wie ik was? Laat me iets aardigs weten, roep ik ineens innerlijk. Het bloemvormig vetplantje, dat ik zojuist op het graf zette, vangt mijn aandacht. ‘Bloei open, je mag er zijn,’ klinkt het in mij. Ik verstil en raak emotioneel. Mijn ouders zijn zo anders nu, en toch zo volledig herkenbaar.
Moe, berustend, maar ook jong en met een enorme drang om opnieuw te beginnen, vertrek ik weer richting station.

Contactwandelen op de Ginkelse hei

een wandelsonnet

wandelen op de Ginkelse hei

[de eerste dag van mijn nieuwe boek]
een wandelsonnet

ik navigeer bewuster in een groep
vertrek van wie me tegenstaan, de ogen
van wie de toon of voice me heeft bedrogen
tevoren ging dat niet zo floep floep floep

‘altijd happy positief, daar hou ik niet zo van!’
’t ontglipte me met humor, hard, voor iedereen te horen
geen mens die met mij matchen wil, mij zalig wil bekoren
terwijl de heide bloeit, zie ik er uit als crisisman

okay er komen nieuwe kansen
maar Ginkel geeft me nu vast lucht
ik vind! en staak mijn wild gezoek

bedeesd gaan scheutjes taalgras dansen
in mijn schoot ontstaat een vrucht
er kiemt een basis van dit boek

De ingang

de zoektocht van een gedicht is flow

ingang van de bibliotheek 'de tweede verdieping' in Nieuwegein
ingang van de bibliotheek ‘de tweede verdieping’ in Nieuwegein
plaats van de workshop zes weken lang


de zoektocht van een gedicht is flow
het einde van alle pelgrimstochten
wat heb ik veel tijd verspild
aan pad, doel
fundering en richting

de zoektocht van een gedicht is flow
het einde van alle pelgrimstocht

een goed begin van mijn schrijfvakantieboek
de workshop: ‘spice up that poetry’
van Ingmar Heytze
de zoektocht van een gedicht is flow

okay, daarna volgt nog redactie, gepuzzel
ambachtelijk gedoe
maar branding bron en geruis
het aanspoelen van een gedicht is de flow