Onverwacht kom ik mezelf tegen

De stadsboerderij Griftsteede in het Griftpark in Utrecht is na een paar jaar coronagedoe weer open. Ik neem er vandaag een kop koffie en ga zitten in een stoel met uitzicht op de speeltuin. Ik lees in de tegels een gedicht op steen. Hee? Mijn naam staat eronder. Kon me na enige tijd herinneren dat ik ooit aan een griftpark-schrijfwedstrijd heb meegedaan. Vergeten en nog nooit eerder gezien. Toch wel trots op. Heb het even opgezocht. Het is van 2006. Is toen uitgegeven als ‘rondje griftpark’, gids voor de poëzieroute door het Griftpark. Is niet meer te krijgen. Maar de stenen liggen er dus nog. Ik wist niet dat mijn gedicht erbij zat en dus onderdeel was geworden van een poëzieroute. Mijn hele dag was weer goed.


KINDERGETIJ

bij weekend, parkfeest
of zomerse zon

glijbaantje glij
schommeltje schommel
rekstokje rek
een op kinderkrioelgeluid dansende plek

enkel bij regen enkel bij vorst
nog het vage verlangen
van eenzame stangen

Thijs Hanrath

Levensverhaalmeditatie

Dit korte verhaaltje van mij is gepubliceerd in Alice, het literaire tijdschrift in het tijdschrift ‘Schrijven, magazine’ deze maand. Het gaat ook voorkomen in mijn nieuwe boek: Reis licht, vrijheid in liefde overwint.

levensverhaalmeditatie

Wij liggen als planken op de grond.
‘Ga naar de momenten dat je er was. Ervaar ze,’ zegt de lijzige softe stem van onze levensverhaalcoach.
Maar mijn leven is geen verhaal; ik weiger mezelf op te sluiten in een vertelling onder begeleiding van een coach, die ook al zo sabelde met het woord comfortzone. Ik leef liever.
‘Zie je rode draad en wandel.’
Dan moeten we rechtop gaan zitten ons notitieblokje pakken en schrijven.
‘Luister naar je schrijfproces … Orden je fragmenten … verbind ze.’
‘Waarom zou ik dat willen?’ vraag ik.
‘Goeie vraag,’ zegt mijn coach, ‘jij komt er wel.’

meer info over Alice:
https://schrijvenonline.org/alice

jongen op matje, zen

presentatie als schrijver-troubadour

In deze video presenteert Thijs Hanrath zich als schrijver/troubadour

Ik heb even vakantie gehad en me bezonnen op mezelf als kunstenaar. Zo ben ik tot deze presentatievideo gekomen. Een eerste deel van een serie. Ik heb er weer eens vierkant formaat van gemaakt. Het filmpje geeft een indruk van wie ik als troubadour/schrijver ben, van mijn werkproces en creativiteit. Ik werk graag associatief en met fragmenten om tot min of meer een verhaal portret of voorstelling te komen. Een volgend filmpje in deze serie, gaat over mijn produkten en diensten. Maar daar moet ik nog wel even over denken… 😉 Maar dit filmpje is er alvast, met heel veel dank ook aan Diederik Mook, die 28 september 2021 met mij meetrok door Utrecht en voor veel beelden en ideeën zorgde.

Labyrint lopend

Thijs Hanrath, tijdens een optreden in Huizen 25-09-2021, waar hij o.a. het gedicht Labyrint lopend voordroeg.
Foto: Folkert Buiter


25 September een leuk open podium gehad in de bibliotheek in Huizen en gezellig na gekletst. Ik heb er o.a. onderstaand gedicht voorgedragen. Het gaat over labyrint-lopen. Een labyrint staat kort gezegd voor je levensweg. Je kunt er niet in verdwalen, je loop in tegenstelling tot een doolhof gewoon van de buitenkant naar binnen en weer terug. Je kunt een vraag stellen als je begint en dan geconcentreerd naar het midden bewegen. Je krijgt op een gegeven moment een antwoord, soms moet je daar even op wachten in het midden en daar loop je dan weer mee terug. Zo’n labyrint lopen is een meditatieve manier om antwoord te krijgen op levensvragen of bijvoorbeeld een gedicht te maken. Het werkt meestal wat beter, dan voor je lege scherm op gang te komen. Ik had een kladversie liggen van dit gedicht als pantoum, maar dit optreden zorgde voor deze versie ervan.


labyrint lopend

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
trekt een groot containervrachtschip voorbij
ik zie allerlei zaken van mij
ik zwaai ze uit ze zijn verkocht
ik ben er niet meer aan verknocht

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
zeg ik vaarwel tegen zinloze gedachten
staat mij eindelijk wat nieuws te wachten
terwijl ik me zeer bewust beweeg
ben ik helemaal open bijna leeg

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
zegt een stem mij hou steeds vertrouwen
en blijf zo levend teksten bouwen
uiteindelijk kom je bij wie je bent
die je eigenlijk al heel lang kent

in het kunstlabyrint aan de Waal
kom ik uiteindelijk mezelf tegen
ben ik mijn hemelpaard afgestegen
sta ik met beide benen op vaste grond
praat ik eindelijk uit eigen mond

Opnieuw beginnen; waarom ik schrijf.

Een verhaaltje over mijn verblijf in abdij Rolduc

abdij Rolduc hotel

Natuurlijk neem ik reacties op mijn schrijven serieus, maar ik ben inmiddels ook zover dat ik niet meer weg waai met elk opkomend windje. Ik hou mijn eigen focus. Ik schenk me nog een koffie in. Schrijven is voor mij geen roeping, geen stress, geen moeten, ik vind het over het algemeen zinvol. Ik hou ervan om creatief te zijn en mezelf te kunnen uiten. Ik wil delen, helen en samen zijn. Dienstbaar. Bewust zijn en steeds weer onderweg. Ik hou van kijken, observeren, deelnemen en vastleggen.
Er gonst gelach en gezellig geklets van het terras op de binnenplaats mijn hotelkamer binnen. Ik ga me scheren, aankleden en er tussen zitten.
Maar eenmaal beneden, is de grote groep weg. De zachte ochtendzon verwarmt mijn bovenrug. Waterfonteintjesgedruppel laat de stilte horen.
Ik hou van dit instant schrijven op locatie. Het ontspant. Ik laat mijn impressies stromen en maak er leesbare tekst van. De espresso voor mijn neus dampt. Ik peuter een mini-boterkoekje uit zijn verpakking.

Voor me, het beeldje ‘Sjefke, de Rolduciën’. Dat moet de herinnering levend houden aan de vele priesterstudenten, die hier zijn opgeleid. Een bedeesd stuk steen met een korte broek die net onder de knieën als een zakje hangt. Hoe heet zo’n broek ook al weer? O ja, een knickerbocker. Sjefke draagt twee boeken onder zijn arm. Hij lijkt zo toch het meest op een verdwaalde mohikaan uit een oud religieus museum. Steeds meer mensen druppelen binnen. Het geroezemoes zwelt aan. Naast me roddelt een meisje over haar katholieke moeder.

Ik ben weer onderweg naar Utrecht. Vanaf station Roermond rij ik op mijn minifietsje nog even langs het graf van mijn ouders. Daar liggen ze nu, in de dood verenigd, ik kijk naar de in elkaar geschoven ringetjes tussen hun namen. Ik bedank ze voor alles, maar mijn lichaam wordt zwaar. Waarom waren jullie zo afwezig, als het ging om te zien wie ik was? Laat me iets aardigs weten, roep ik ineens innerlijk. Het bloemvormig vetplantje, dat ik zojuist op het graf zette, vangt mijn aandacht. ‘Bloei open, je mag er zijn,’ klinkt het in mij. Ik verstil en raak emotioneel. Mijn ouders zijn zo anders nu, en toch zo volledig herkenbaar.
Moe, berustend, maar ook jong en met een enorme drang om opnieuw te beginnen, vertrek ik weer richting station.

Contactwandelen op de Ginkelse hei

een wandelsonnet

wandelen op de Ginkelse hei

[de eerste dag van mijn nieuwe boek]
een wandelsonnet

ik navigeer bewuster in een groep
vertrek van wie me tegenstaan, de ogen
van wie de toon of voice me heeft bedrogen
tevoren ging dat niet zo floep floep floep

‘altijd happy positief, daar hou ik niet zo van!’
’t ontglipte me met humor, hard, voor iedereen te horen
geen mens die met mij matchen wil, mij zalig wil bekoren
terwijl de heide bloeit, zie ik er uit als crisisman

okay er komen nieuwe kansen
maar Ginkel geeft me nu vast lucht
ik vind! en staak mijn wild gezoek

bedeesd gaan scheutjes taalgras dansen
in mijn schoot ontstaat een vrucht
er kiemt een basis van dit boek

De ingang

de zoektocht van een gedicht is flow

ingang van de bibliotheek 'de tweede verdieping' in Nieuwegein
ingang van de bibliotheek ‘de tweede verdieping’ in Nieuwegein
plaats van de workshop zes weken lang


de zoektocht van een gedicht is flow
het einde van alle pelgrimstochten
wat heb ik veel tijd verspild
aan pad, doel
fundering en richting

de zoektocht van een gedicht is flow
het einde van alle pelgrimstocht

een goed begin van mijn schrijfvakantieboek
de workshop: ‘spice up that poetry’
van Ingmar Heytze
de zoektocht van een gedicht is flow

okay, daarna volgt nog redactie, gepuzzel
ambachtelijk gedoe
maar branding bron en geruis
het aanspoelen van een gedicht is de flow

Je hoeft je niet aan een gekozen vertellersperspectief te houden

Ik toon aan aan de hand van het begin van Roos van Vlees van Jan Wolkers dat je je niet aan een gekozen vertellersperspectief hoeft te houden

Je hoeft je niet aan een vertellersperspectief te houden. Als je maar bewust bent van wat je doet en je lezers het kunnen volgen. Dit toon ik hierbij aan aan de hand van het begin (na een aantal zinnen) van Roos van Vlees van Jan Wolkers. Hier heb ik voor de duidelijkheid witregels in aangebracht. Het is niet altijd duidelijk wie aan het woord is, maar het is wel duidelijk wat er verteld wordt! Daar gaat het mij om. Het gaat om ‘ongemerkte’ overgangen in vertellersperspectief.

Tot het donkere kattelichaam zich achter hem van de dekens losmaakt en de poes op zijn schoot komt zitten. Dan wordt de duisternis ineens ruimtelijk en gaat hij voorwerpen onderscheiden: de tafel, de stoelen, de bladeren van de ficus.
(alwetende auctoriale verteller)

Als ik nu verstandig was, zette ik Samuel op de grond, draaide de verwarming open en ging mijn oefeningen doen. Dan zou ik ermee klaar zijn als het licht begint te worden. Dan had ik een lange weg voor me om te werken. Hij neemt de poes in zijn armen en drukt haar tegen zich aan.
(monoloog interieur, je zou kunnen zeggen er is overgeschakeld naar het ik-perspectief, je kunt ook zeggen de auctoriale verteller is nog aan het woord, want het fragment wordt auctoriaal afgesloten. Je zou enkel die laatste zin auctoriaal kunnen noemen.)

-Je hebt goed geslapen en je bent gezond, want je hebt een droge neus. Maar als ik zo met je blijf zitten vrijen, wordt je neus nat en valt er een druppel op mijn hand. (monoloog interieur)

De kat begint te spinnen terwijl ze kopjes tegen zijn kin geeft.
(auctoriaal)

Het enige levende wezen, dat nog van mij houdt, denkt hij

Hij glimlacht en schud zijn hoofd

En mijn twee kinderen dan? En Sonja? Zij misschien ook wel. (dit is eventueel meer personaal, vanuit de hij verteld, dat gaat dan weer over in monoloog interieur: ) Wat weet ik er van? We kijken elkaar nooit meer aan et cetera.

Mijn advies, doe wat je wil wat vertellersperspectief betreft, maar ben je bewust van wat je doet en van het feit of het duidelijk en aantrekkelijk overkomt bij je lezers. Schakel zoveel je wilt.

Ik ga in mijn eigen boek ook schakelen met perspectieven. Ik wil profiteren van het feit dat je in een alwetend perspectief met ieder personage mee kunt schrijven en ook ‘objetieve’ beschrijvingen kunt geven, in en uit kunt zoomen. Maar ik wil ook profiteren van de directheid en de levendigheid van het ik-perspectief.

Reis Licht

Volgens de Nederlandse filosoof Ruud Welten, word je van reizen geen beter of interessanter mens. Volgens Seneca is reizen vooral een vlucht voor jezelf. Wat ik met die opvattingen moet? Geen idee.

Toen ik van mijn zilvervloot zo’n drie maanden naar de kibboets ging, ontdekte ik dat veel joden die zich gevoelsmatig jood voelden, atheïst waren. Ik leerde over het Israëlisch-Palestijnse conflict en over allerlei nationaliteiten. Zo deed ik ervaring op uit de eerste hand. Ik voel me meer verwant aan de opvatting van Ludwig Witgenstein: Reis licht en ben vrij van overbodige ballast.

Voor reizen hoef je ook niet ver weg. Het kan in je hoofd of bij het lezen van een boek