Ik heb afgelopen weekend vanaf vrijdag 14.00 uur- zondag 12.00 (16-18 februari 2024) in het Koos Vorrink huis in Lage Vuursche een ‘workshop’ : ‘Neem je koffer mee …’ gevolgd. Dit onder leiding van Anneke Sarolea-Hoekstra & Grigori Sarolea in samenwerking met het NIVON.
Je komt met een koffer aan instrumenten en andere (je eigen) bagage bij elkaar. Je begint gespreksmatig, improviserend muziek te maken en naar elkaar te luisteren. Er ontstaat van alles: dat krijgt en geef je meer of minder structuur o.l.v Grigori.
Ik vond het erg inspirerend, ook voor mijn schrijven. De eerste en tweede dag vond ik echt geweldig. De laatste dag zat ik er ook wel even doorheen, was ik misschien ook wel wat moe van de vele indrukken, (nog) recalcitranter en ook blij dat ik weer naar huis kon. Mijn instrumenten: accordeon en stem.
Maar uiteindelijk hartstikke fijn om gedaan te hebben en ook weer wat contacten opgedaan.
Op de groepsfoto: de instrumenten… Niet allemaal staan ze erop
Het is schoolkampendag vandaag 13-9-23. Ik kom opeens in een groep terecht en raak aan de praat met twee meisjes. Het blijken jongens en meisjes van het VMBO, derde klas. Ze zijn op schoolkamp. ‘Ik weet niet welke wandeling wij aan het doen zijn en dan moeten wij vanmiddag ook nog kanoën’, zegt het meisje met de lange blonde haren. Ze trekt er een vies gezicht bij. ‘We hebben er helemaal geen zin in,’ zegt de ander. ‘Het zijn allemaal activiteiten.’ ‘Ik herken het,’ zeg ik. ‘Met welke wandeling bent u bezig?’ vraagt het langharig meisje. ‘Het pieterpad,’ zeg ik, ‘500 kilometer lang.’ ‘En hoelang doet u daar over? een uurtje?’ Ik kijk haar verbaasd en vragend aan. ‘Twee uurtjes dan?’ ‘Over 500 kilometer doen auto’s al langer, zegt de ander tegen haar vriendin.’
‘Het zijn pubers’, zegt een van de begeleiders: ‘ze zeggen het tegenovergestelde van wat ze beleven. Je kunt het nooit goed doen, maar ze vinden het best leuk hoor.’ Hij glimlacht voldaan. ‘Ze zijn nu moe, het is hun laatste dag.’
Later kom ik nog een kamp tegen waarin ze met opgeblazen dikke pakken aan, met elkaar aan het vechten zijn, vervolgens weer een derde klas. Nu van gillende kanomeisjes. Ze zitten aanvankelijk totaal ongeorganiseerd in kano’s, die hotsend en botsend, soms bijna kantelend naar alle kanten gaan. Na een tijdje raken ze beter op elkaar ingespeeld. Het plezier staalt eraf.
Ik was een beetje donker onderweg gegaan, maar ben nu weer lekker in de stemming.
De Lemeler heide is fantastisch, ik heb een stukje rode-pijltjes-route gevolgd en er behoorlijk rondgedoold.
het licht is mooi de stronkjes de kleuren de knoesten hout kunstwerken! de uitgestrektheid mos, dennen, berken een stukje water het dierendrinkgemaal
15-9-23, twee dagen later ga ik de etappe afmaken:
Met de buurtbus Ommen-Lemele de chauffeur, in de zeventig vrijwilliger, vroeger boer.
Maximaal 8 mogen er in maar soms heeft hij er 11. Moet hij dan 3 schoolkinderen eenvoudigweg laten staan? Hij neemt er de volle verantwoordelijkheid voor.
Nu ben ik de enige in de bus hij stopt even om bij te praten met een achterneef die op de fiets voorbij komt
Ik begrijp wat hij bedoelt als hij zegt: ‘het leuke van dit werk is het contact met de mensen’
Trouwens in het begin van de etappe Ommen-Hellendoorn, nog voor Lemele kwam ik een gedenkmonument van Krishnamurti tegen, waar ik vroeger ook wel boeken van las. Eind 2020 schreef ik er het volgende verhaaltje over:
De schijn van heiligheid
Naast de vele hagiografieën over Jiddu Krishnamurti bestaat ook het boek van Radha Rajagopal Sloss. Volgens dat boek was haar moeder 25 jaar lang Jiddu’s geheime liefde. Daarna ontstond er tussen haar vader en de Krishnamurti Foundation een bittere strijd over geld en eigendom van de teksten. Haar vader was een fan van het eerste uur en heeft veertig jaar lang Krishnamurti’s werk geredigeerd en uitgegeven.
Ook Radha was aanvankelijk geïnspireerd door Krishnamurti, waar meer van uitging dan van haar eigen vader, schrijft ze. Zelf behoorlijk ambivalent predikte Krishnamurti het ‘keuzeloos gewaarzijn’. Het boek van Sloss geeft hem een veel menselijkere beeld.
Ik loop momenteel dus het Pieterpad, af en toe dagje lopen, af en toe dagje schrijven. Zoiets. Ik ben een beetje aan het kijken: hoe krijg ik het Pieterpad gedicht/geschreven. Ik pluk de dag. Ik pluk nu elke dag wel bramen onderweg. Hoe pluk ik nu het Pieterpad?
Ik werd geïnspireerd door een gedicht Reeën van Miriam Van Hee. Het kwam uit ‘de bramenpluk: gedichten’. Deze bundel bevat gedichten over reizen, landschappen, dieren, kunst en liefde. Door subtiele observaties en ingehouden taal worden grotere thema’s van het leven aangesneden. Die bundel ga ik dus binnenkort lezen.
Van de etappe acht: Coevorden-Hardenberg die ik 7 september liep hier twee gedichten en enkele foto’s. Ik hoop al doende om mijn manier om ‘het Pieterpad lopen’ vorm te geven te vinden.
EEN GOEDE DIAGNOSE
Ik knielde op een bank van steen een steek ging door mijn been bukkend naar een blikje van welgeteld slechts 15 centen statiegeld
een dik pijnlijke en uitgeslagen knie had ik pas de dag erna ik had veel minder de regie niet leuk, maar ja, maar ja
een slijmbeurs, dacht ik mijn arts wees op een meniscusprobleem maar de fysio met zijn kennersblik zag enkel overbelast een spiersysteem
gelukkig dat er mensen zijn die hun vak nog goed verstaan ik ben na wat rust weer fijn en zonder punt op pad gegaan
IN GRAMSBERGEN DE BRUG OPEN ZIEN GAAN
Zij ging naar Gramsbergen, Pien om de brug open te zien bij de Mommeriete op het terras waar zij welgemoed aanwezig was
de tijdspanne dat zij daar keek tegen de zon in, wat biertjes gedronken midden in een hete pieterpadweek danste een stem in haar oren die klonken
‘Mooi he, zo open, ons pad’ Haar vriend die achter haar zat met zijn vierde halve liter zong vervolgens wankel: ‘ik ook van jou mijn schat!’
(de vrouw op het plaatje, vertoont geen gelijkenis met de creatie in bovenstaand dichterlijk sleutelgat)
Net zoals gewoon wandelen vind ik niets zo fijn als gewoon schrijven, wat rondhangen, wat doen, wat noteren en concepten laten rijpen.
Bij ontmoetingen onderweg heb ik vaak te maken met het afweren van contact, het gewoon vriendelijk goedendag zeggen en het even met elkaar oplopen en alle tussenvormen die voorkomen.
Van Zuidlaren naar Rolde loop ik o.a. door een voormalig ‘krankzinnigengesticht’ van de ‘Vereniging tot christelijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlijders van Nederland’. Er is een ‘poëzie’-route, maar de taal kan mij niet bekoren. Een beeld daarentegen van een naakte vrouw met de woorden erbij:
2001 mijn moeder, 50 jaar Berkenhof Marion Piersma
Dat raakt me echter wel in al zijn eenvoud.
Over het algemeen heb ik lekker fysiek gelopen, al slaat zo nu en dan ook weer de vermoeidheid toe en dan heb ik wel eens last van opvliegers, maar mijn conditie wordt al beter merk ik.
Een 77-jarige man waar ik een tijdje mee oploop, doet elke dag dezelfde wandeling en ontmoet steeds weer nieuwe mensen. Ik zou ook wel een tijdje aan het Pieterpad willen wonen op mooie stukken. Het is een zeer afwisselende mooie wandeling, door prachtig heidegebied, ook al is het duinenzand nabij Gasteren zwaar lopen. Mooie paddenstoelen, Schotse hooglanders, hunnenbedden, esdorpen, mooie etappe.
Vandaag nieuwe wandelschoenen gekocht van het merk Timberland bij Perry Sport afgeprijsd van 159 voor 119 euro. Het was wel maatje 47,5 😉 [normaal heb ik ongeveer 46] , maar ze zaten goed. Ik heb ze maar genomen. De lowa schoenen die ik heb, daar loop ik al ruim 6 jaar op, dag in dag uit, die hebben hun beste tijd gehad.
Van een foto van viaduct ‘Schipborg’ met mooie kleurpotloden-graffiti, ga ik mijn nieuwe banner maken voor onderweg24.nl. [ zie foto’s, het is nog in de conceptfase. Ik schrijf en lees ook veel naast het schrijven van dit blog. Morgen ook weer even een dag met van alles en nog wat, even niet op wandeltocht, het grote voordeel van niet elke dag weer door hoeven ‘jakkeren’.
Ik heb een nieuw genre ‘ondekt’, de fragmentografie! De fragmentografie is geen biografie, geen autobiografie, geen levensverhaal, zelfs geen verhaal. Het is een verzameling fragmenten. De fragmenten in mijn eerste fragmentografie brengen inzichten te weeg. De titel is: inzichten in zicht. Die geeft ook het voorlopige karakter van veel inzichten aan. De presentatie van deze inzichten of fragmenten heeft geen plotverloop, geen verhaal opbouw, het zijn fragmenten, die gemakkelijk ook door elkaar gelezen kunnen worden. Het is ook geen zelfhulpboek dat je via een stappenplan van inzichten tot het ultieme inzicht gaat brengen. Het wakkert meer je inzichten en creativiteit aan. Er dagen inzichten en dat is ook de reden dat je door wil lezen. Er zitten wel verhaallijnen in, samenhang, en associaties zo dat de fragmenten in het hoofd van de lezer een geheel gaat worden, wat ook een reden is om verder te lezen, want je wil wel tot het einde komen, je wil alle inzichten gehad hebben om te kijken en te voelen hoe het ‘afloopt’ of waar het ophoudt. Deze eigenschap heeft de fragmentografie gemeenschappelijk met bijvoorbeeld een roman. Pantoumen gaan een groot deel van die inzichten vertolken, maar ook zullen er liedjes aanwezig zijn, verhaaltjes, ‘ready mades’ , andere gedichten, en verder allerlei soorten tekstfragmenten zoals recepten, handleidingen, artikeltjes, boodschappenlijstje en noem maar op. Alles kan in ieder geval. Thema’s komen ook voor, die zijn hier: reizen, interrail, schrijven, vormgeving, taal, je uitdrukken, contact. Als lezer doe je inzichten op en verlang je naar nieuwe . Tot zover maar even
Hier de aankondiging van de fragmentografie op youtube:
Ik ben weer terug uit Callosa, waar ik een fijn en inspirerende tijd heb gehad. Ik ben wel terug gekomen met overbelaste voeten en misschien is er iets anders aan de hand. Daar weet ik volgende week meer over. Voorlopig neem ik nog een week heel veel rust. Gelukkig heb ik hier mijn accordeon en heb ik er een liedje van gemaakt, een pantoum op muziek: (Zij voelen zich gehoord) uitgeputte plekjes Dit is dan gelijk aflevering 1 van ‘een boek schrijven op mijn eigen manier’. Dit liedje hoort daarbij. Volgende aflevering meer over die eigen manier van boek schrijven. In ieder geval is dit liedje, deze pantoum ook weer een fragment in het geheel. De woorden zijn nog vers.
uitgeputte plekjes mijn aandacht geeft ze rust ik leef er niet meer overheen mijn lijf is mij te kostbaar
mijn aandacht geef ze rust ze voelen zich gehoord mijn lijf is mij te kostbaar ik jakker niet meer voort
ze voelen zich gehoord ik hoop dat ze herstellen ik jakker niet meer voort een schoorsteen loost mijn stress
ik hoop dat ze herstellen het schrijven verdiept zich een schoorsteen loost mijn stress van binnen wordt het stil
het schrijven verdiept zich ik leef er niet meer overheen ze voelen zich gehoord uitgeputte plekjes
Vandaag sluit ik mijn verblijf in Callosa af. Het eindverslag van mijn ’boek schrijven in Callosa’ (deel 5 uit de serie) voor de Stichting: Foundacion Cultural Knecht y Drenth. staat nu online. Een fijne en vruchtbare tijd was het. De feesten van Moren en Christenen, vier dagen lang, hebben hier enorm aan bijgedragen.
Ik ben blij dat ik hier heb kunnen zitten en dat het boek inmiddels half af is.
Voor wie interesse heeft hoe ik tot mijn boek ben gekomen en ook voor wie het leuk lijkt ook goedkoop op een leuke plek aan een kunstproject te werken. Hier mijn laatste video: een boek schrijven in Callosa.
het instituut kerk de rug toe gekeerd en weg van regel en dwang
van mank celibaat dichte wrange mannentaal zonder sprankeling
het evangelie bekeren, overtuigen niet vrij, niet mijn stijl
hoe moet een haiku? hoe moet een lof? hoe een God? hoe een hoe? en hoe?
treuren is voorbij wie het instituut kerk verlaat heeft niets te vrezen
Wat heeft het voor een zin me met iemand te identificeren? Inzichten veranderen, de mode, de wereld, ook ik. Een boek modelleren heeft ook geen zin; als het maar contact maakt met iets in jezelf.
Na uitgevallen treinen en vertraagde bussen onderweg ben ik toch nog voor middernacht gearriveerd in mijn hostel in Valencia. Interrailen mag meer, reizend schrijven kan weer! Dit boek eindelijk afmaken: ik zeg volmondig ja. In de keuken stamelt de uitbaatster Engelse woorden. Het hostel is verder leeg. ’Wat mag ik allemaal gebruiken,’ vraag ik. Het onzeker gebrabbel verandert in een angst-aanval. De energie die er hangt, doet me zeggen wat ik eigenlijk intuïtief door de telefoon al had willen doen: ‘Puedo entender el español. Ik versta Spaans. Moeizaam communiceren was het. Ze had me via een chat van booking.com laten weten, aanwezig te zijn, maar was er dus niet. Aanvankelijk kreeg ik haar antwoordapparaat. Ik was vriendelijk, maar ook wel kwaad en moe en misschien wat dwingend omdat ik niet meer zeker wist of ik nog wel een kamer zou bemachtigen. Ik moest nog een uur wachten, daar kwam het op neer. Zij wilde het uitleggen, maar haar woorden bleven warrig. ’Okay’, zei ik, ’ik zie het allemaal wel.’
Bijna automatisch verzink ik in wat in me omgaat en ontspan. Niet met haar angst mee gaan, niet de therapeut uithangen. Niet op het telefoongesprek terug komen: dat zijn de gedachten in mijn hoofd. Laat ontstaan, wat er ontstaat. Ook mijn eigen onzekere ladekastjes gaan open. Zij krijgt er onmiddellijk vleugels van en levendige ogen. ’Bedoel je materiaal uit de keuken of comida (eten)?’ Haar toon is nu licht en opgewekt. ‘Si, comida.’ Toen ik haar voor het eerst in levende lijve zag, leek ze me ook gelijk de kwaadste niet.
Ze doet de ijskast open, kijkt rond en wijst op ham, kaas en tostibrood. De ham glazig, de kaas, uitgedroogde harde plakken half nog in het aanbiedingszakje uit de supermarkt, het tostibrood, vochtig en klef. In mijn kamer vier ik dat ik de laatste trein naar Valencia heb gehaald met een gore tosti en een blikje zwaar bier, dat er ook nog stond. Ik ben er gewoon! Olé! Nog blijer was ik met het feit dat ik contact had puur op grond van wat er in me omging. Zo wil ik schrijven, zo wil ik reizen, zo wil ik zijn. Ik ben er!!!
De volgende dag wenst de uitbaatster mij een goede reis. Haar stem klinkt zacht en vriendelijk. ’Gracias,’ zeg ik opgelucht, dankbaar voor wat er zich tussen ons heeft afgespeeld. Onzekere golven losten zich op in helder rustig water. Zachtjes juich ik. Ik sta op gelijke voet met haar. Dit contact, deze uitwisseling! Haar niet zo frisse voedsel, wat maakt het uit? Ze gaf het graag. Wat is er vreemd aan een angstaanval? Ik raak er zelf niet meer door van van mijn stuk. Wie weet wat haar triggerde? En misschien riep mijn doen en laten ook wel wat op? Wie weet? Ik stel google maps in en loop richting busstation.
licht en loom vinden benen, zich los wandelend hun eigen voeten
niet meer wegzinkend in natte zuigende gaten lopen zij hun weg
De aroma van vers gezette koffie smelt op mijn tong; het broodje chorizo geurt alsof het vers uit het paradijs is gevallen. Buiten op het terras van het stationsrestaurant is het goed toeven. Over een uur gaat de bus richting Callosa. Ik ontspan.
vreemde commando’s vervliegen woorden en zinnen zonder filterend perspectief verfrissen de lucht
geen hemel in mijn hoofd blokkeert hier nog een weg wat in me omgaat is helder in vrijheid en aanvaarding
een eigen huis, een woning ik zie wie ik kan zijn wat in me omgaat is helder vreemde commando’s vervliegen
In Callosa kan ik terecht in een van de monumentale panden van de Fundación Cultural Knecht-Drenth, een stichting, opgericht door Tijmen Knecht en Helen Knecht-Drenth, die tegen een beperkte bijdrage tijdelijke woon-en-werkruimte beschikbaar stelt aan Nederlandse en Vlaamse kunstenaars, schrijvers, vertalers en wetenschappers, om zo aan een van hun artistieke initiatieven te kunnen werken. Daar werk ik nu aan dit boek.
Ik heb een vlog en een verhaal de wereld ingegooid en dan ga ik altijd weer opnieuw denken over, waar ik mee bezig ben, waar dat thuishoort, wat ik doe. Ik kwam het relationisme tegen als literaire stroming. Toen wist ik het. Wat ik schrijf hoort daar thuis. Het gaat daar in verhalen niet meer om één individu, een ‘held’ die van alles onderneemt of wie van alles overkomt, waarmee een lezer zich kan identificeren… maar o.i.v. de Joodse filosoof Emmanuel Levinas, gaan moderne schrijvers en filosofen zich steeds meer realiseren dat de mens niet als individu bestaat. Dat onze identiteit, maar ook ons lichaam, wordt gevormd in relatie met anderen en ook met de dingen die ons omringen. Ik heb dat ’gedoe’ van een identiteit opbouwen zelf ook altijd als zeer merkwaardig en mij vreemd ervaren. En bij mij gaat het al helemaal niet om een individu als held.
Er bestaan inmiddels relationele romans, waarin het leven en de identiteit van de personages steeds in relatie met andere mensen en dingen bstaat. Niet één centraal personage vertelt of focaliseert, maar steeds een ander krijgt het woord. Vaak scheppen auteurs een dubbelperspectief door vertellers en personages het woord te laten afstaan, aan e-mails en brieven, tekstflarden, gedichten of berichten van anderen.
Niet alleen door de vorm, ook uit de inhoud van deze verhalen wordt duidelijk dat de mens niet langer het heft in handen heeft. Ze laten zien dat mensen verweven zijn met elkaar, met natuur en technologie. De romans van deze generatie schrijvers zijn verhalen over wat het betekent als relaties en identiteiten niet alleen relatief zijn, maar bovendien meer dan ooit in permanente ‘connectivity’, in een verbondenheid via media in contact staan.
Veranderde identiteit van de mens Het zijn verhalen waarin het niet meer gaat om het ontwikkelen van authentieke, persoonlijke, eenduidige identiteiten, maar juist om het accepteren van het besef dat we allemaal per definitie gemaakt worden door de media, mensen en dingen die onze omgeving uitmaken, en dat we dus veranderlijke en (gender)fluïde wezens zijn. Hoe gaat een jong (en soms een wat ouder) mens met dat besef om zonder zichzelf te verliezen?
‘Relationisme’ is niet per se een positieve gewaarwording. Wat er voor de controle van de wereld in de plaats komt is ‘affect’, gevoel: het ervaren van jezelf, de ander, de wereld.
Dit korte verhaaltje van mij is gepubliceerd in Alice, het literaire tijdschrift in het tijdschrift ‘Schrijven, magazine’ deze maand. Het gaat ook voorkomen in mijn nieuwe boek: Reis licht, vrijheid in liefde overwint.
levensverhaalmeditatie
Wij liggen als planken op de grond. ‘Ga naar de momenten dat je er was. Ervaar ze,’ zegt de lijzige softe stem van onze levensverhaalcoach. Maar mijn leven is geen verhaal; ik weiger mezelf op te sluiten in een vertelling onder begeleiding van een coach, die ook al zo sabelde met het woord comfortzone. Ik leef liever. ‘Zie je rode draad en wandel.’ Dan moeten we rechtop gaan zitten ons notitieblokje pakken en schrijven. ‘Luister naar je schrijfproces … Orden je fragmenten … verbind ze.’ ‘Waarom zou ik dat willen?’ vraag ik. ‘Goeie vraag,’ zegt mijn coach, ‘jij komt er wel.’