Mijn boek, de tao van Thijs, is (tijdelijke) vastlegging in woorden van wat ik heb willen uitdrukken. Had ik het niet geschreven, dan was het voorbijgegaan, weggezakt, gemengd met van alles en nog wat. Het boek is onderdeel van mijn (levens)weg. Mijn weg wijst zich vanzelf als ik loop nu. Ik verenig mij met dat wat uitgedrukt wil worden. Ik ga nergens heen, tot ik aangekomen ben, open van geest en ontvankelijk. Dat is ook wat ik uit wil dragen, het leven nemen zoals het komt. Carpe diem. Beschikbaar zijn.
Beschikbaar met alles dat in me zit. Dat ook . In overeenstemming met wat er aan de hand is. Uiteindelijk is het geen verhaal