Mijn eerste week interrail


Eerste week interrail

Als ik 22 mei vertrek zet een buurvrouw van mij een vriendin op de trein. Zij woont in Luxemburg. We reizen samen tot Luik. De tijd vliegt: ‘ik moet maar eens langskomen’, zegt ze.
Ik onthoud het woord ‘wegversperring’ uit onze gesprekken: wegversperring, wegversperring, weg versperring. Ons gesprekken waren vrij ongedwongen.

Station Luik Guillemens is prachtig. De volle zon staat erop. Dan is het een groot lichtfeest, mooie kleurschakeringen. Als de zon niet schijnt is het een stuk minder.

Wat zoek ik eigenlijk nog in Luik. Ik was hier op pelgrimstocht naar Santiago jaren geleden. R liep de eerste week mee. De stad is veranderd, de wandeling langs de maas ook. R is overleden aan borstkanker.

Ik loop verder en begin weer opnieuw

Dit verhaaltje schreef in de Luikse jeugdherberg:

een paar observaties

Een groep arriveert druppelsgwijs. Oudere mannen geven aan mannen en vrouwen een begroetingskus op de wang. Er zijn er in wit-blauw gestreepte langemouwenhemden. Zelfs iemand met zeemanspet. Bier wordt besteld. De groep zwelt aan. Ik wil weten wat hen bindt. Er zijn ook jongeren bij en jonge vrouwen met kind. Eindelijk ben ik zover. Ik vraag het. Blijken het mensen van een zeilschool. Vanavond is hun jaarlijkse verenigingsbarbecue.

Er klinkt hevig tafelvoetbal van een fanatieke groep jongeren, aan mijn linkerkant.

Vanuit het zaaltje verderop klinken jonge kinderen keihard gillend zingend, springend en schreeuwend op Joost-klein-achtige muziek, vrolijk.

Ik zat hier 2 nachten op een individuele kamer. De derde nacht zat ik in Namen in een slaapzaal van 4. Daar schreef ik:

Een collega

Ik lig op een vierpersoonskamer met iemand van in de twintig, die sinds 5 jaar dezelfde doofheid heeft als zijn moeder. Daarnaast een Ierse straatmuzikant van 50 die rondtrekt en steeds ergens speelt tot ze hem wegsturen. Hier in België is dat meestal twee dagen. Hij probeert minimaal zo’n 4 uur per dag te spelen.
’Soms verdien ik niet echt, maar heb ik wel een warm welkom, zoals vandaag. Ik had gelijk een briefje in de bak, een bar-eigenaar vraagt me morgen te komen spelen en een meisje komt nog terug om op mijn muziek te dansen.’
Leuk een collega.

‘Baan zelf een weg’ en ‘hoe te reizen’ vormen voor mij wel een thema, dat steeds terugkeert, net als mensen onderweg, contacten… en hoe je uit alles zin kunt halen en maken; het gaat om vertrouwen en visie, eigen geweten en kompas,

Het lukt mij steeds beter vanuit mijn eigen intuïtie te handelen.

Ik ben even in het huis van de poëzie geweest en er was een demonstratie/happening op het plein voor de beurs in Namen, over de vaccinatieslachtoffers van de coronapandemie. Het plein lag vol met kruisen, een aantal begrafeniskisten en veel plakkaten met de story’s van slachtoffers. Er was een tent, vanwaaruit een spreker sprak.
De straatmuzikant voelt zich verwant met complotdenkers, we kwamen elkaar tegen in de stad; alweer praten we erover. Hij heeft de happening ook vluchtig gezien. Hij heeft het steeds over de dwang en manipulatie die is uitgegaan van de vaccinatiecampagne en van de paniek waarmee vaccins werden gemaakt. Hij kent gevallen, waar de inentingen gewoon gewelddadig ondanks tegenspartelen van de cliënt zijn toegebracht.

Ik kan hem niet duidelijk maken dat ook deze demonstranten geen ultiem bewijs hebben van oorzaak en gevolg. Ik word moe van weer zo’n lange discussie. We staan hier al ruim een half uur op straat. ‘Ik wil jou zo meteen wel eens zien spelen’, probeer ik een ander onderwerp. Dan wordt hij erg onrustig, hij moet nog eerst naar de supermarkt, dan een plek zoeken, ‘je weet hoe dat gaat’, zegt hij.

Ik voel mijn zware voeten en benen. Hou de laatste tijd teveel vocht vast. Het komt ineens op me af: nog een uur lopen in andermans tempo, Nee dat niet! Dat red ik niet. Ik zeg gelijk wat in me opkomt: ‘I feel my feet… ik denk ik maar terugga naar het hostel op mijn eigen gemak.’
Goede beslissing, denk ik, als ik toch vrij lekker met ruimte om me heen langs de maas naar de jeugdherberg terugloop en pauzeer op een enkel bankje. Op mijn bed doe ik even een dutje.

Het is een vreemde balans, enerzijds moet ik in beweging blijven, maar anderzijds de rust nemen van de ontspanning. De onrust van ik moet nog dit en ik moet nog dat. Daar wil en kan ik niet meer op drijven. Mijn eigen intuïtie, had ik daar maar eerder bewuster naar kunnen luisteren.

In plaats van de straatmuzikant doet de derde nacht een jonge student zijn opwachting.

een musketier op monorail

Er is een jonge student informatica en security uit Parijs aangekomen in de jeugdherberg. Hij studeert tijdelijk aan de universiteit hier in Namen. Hij heeft een zelfbalancerende eenwieler bij zich, een monorail, een wiel, waar je een hengsel uittrekt en twee klepjes naar buiten klapt om op te staan. ‘Hij kan 25 km hard,’ zegt hij.
Als ik weer naar Utrecht ga, zie ik hem wegrijden. Zijn uitstraling is adellijk hautain. Spillebenen in een bordeaux-rode korte hangjas over een lichtbruine broek, hoge stevige schoenen; met zijn lang zwart golvend haar ziet hij eruit als een van de drie musketiers.

In de trein terug naar Utrecht reflecteer ik op reizen en thuis zijn op reis.

De feestverschijning van een pelgrimstocht, reis, een goede psychologische of therapeutische behandeling zal als vanzelf tot je komen als je de tijd neemt om er naar te luisteren. Vooral naar de droom ervan.

Blijf niet als aan een elastiek tussen een gegeven droom en werkelijkheid symbiotisch heen en weer zwiepen. Dat schept geen thuisgevoel. Thuis is niet de plek, waar zo’n elastiek je naar toe trekt. Zo kan thuis zelfs trauma worden. Een droom zit nergens aan vast.

Voor de rest: loop zoveel mogelijk opgewekt door de straten, blijf alert en sukkel niet in slaap.

Op deze reis voel ik mijn moeheid, neem mijn rust, maar blijf bewegen, maak ‘mijn kruisteken’ in die zin dat ik mijn lot accepteer. Zo ontstaat ruimte voor empathie en betrokkenheid.

Wat zou ik nog willen?

Creatieve schrijfbijeenkomsten organiseren in groepjes onderweg, in groepjes, waarin ieder aan zijn eigen ding werkt. Betaalbaar en leuk. Zelfvoorzienend: zoiets?
Ik zou ook nog wel willen leven als een nomad met opdrachten onderweg, die dat leven betaalbaar en mogelijk maken. Waarbij het nomad zijn een thuis is en contacten onderweg inspiratie zijn.
Ook misschien zo nu en dan met een fiets, opklapwagentje en accordeon rondtrekken?

Wel met mijn thuisbasis Utrecht, voorlopig.

Ik heb nog veel meer gedaan. Ik heb daar nog wel wat van op mijn facebook gezet, maar ben er niet meer toe gekomen dat allemaal op mijn website te verwerken.
Ik ben in oktober nog een aantal dagen in het Zeehuis geweest in Bergen aan zee. Zie boven onder het kopje ‘mijn zeehuisverblijf 2024’ voor een verslag. Ik ben inmiddels met een nieuw schrijfsite bezig, die rond de jaarwisseling klaar moet zijn. Die wordt hier aangekondigd.

Mijn pad gevonden



Ben vroeg wakker, besluit de eerste trein naar Maastricht te nemen. Bedenk onderweg dat ik beter meteen van station Roermond naar Montfort kan lopen, daar even rondhangen, het graf van mijn ouders bezoeken, dan met bus, trein, bus naar de Pietersberg voor de rondwandeling. Op het eindpunt een foto maken en klaar!

Het pieterpad ging mij niet snel genoeg op het laatst. Het nam mij teveel in beslag. Ik wilde weer ‘verder’. Ik was ook te moe om er nog veel over te schrijven

Op het eindpunt zijn net twee vrouwen aangekomen. Druk bezig met foto’s. Een mobiel op het bankje dat voor het raamwerk staat, zelfontspanner aan en dan bij de laatste tel allebei omhoog springen.
Zij willen ook wel even een foto van mij maken. Ik heb het gehaald en afgerond op mijn manier. Het dringt nog nauwelijks tot mij door.

De vrouwen hadden er drie jaar over gedaan. In zo n 13 weekenden. Ze wisten nog niet wat ze er over moesten vinden.

Eigenlijk best wel redelijk weer gehad. Er was behoorlijk wat regen voorspeld. Ben blij dat ik het voor vandaag allemaal zo uitgezocht heb en er nu klaar mee ben.
Van Roermond over Melick naar Montfort gelopen. Langs de kapel in het zand, waar een oudoom vroeger pater was, langs mijn oude middelbare school, kortom, de weg die ik vroeger heel veel gefietst heb.

Ik heb een kleine cyclaam en een heideplantje op het graf van mijn ouders gezet. Ze pasten precies in de open plekken in andere bakjes, alsof die er voor klaarstonden.
Hierna op weg gegaan naar de Pietersberg. De Limburgse etappes dus zo flink ingekort 😉

Ik heb de ruimte weer.

Het pad ben ik zelf ‘persoonlijk’, mijn ziel. Daar zal mijn schrijven ook over gaan.

‘Persoonlijk zijn’ is nu even een titel, die in me opkomt. Het gaat ook over de vrijheid, die je hebt in een groot geheel.

Ik aanvaard mijn ouders nu, zoals ze geweest zijn. Op hun manier hebben zij hun best gedaan. Ik ben ook niet volmaakt en niet meer met hun verstrengeld. Jammer dat er als kind weinig ruimte is geweest om persoonlijk te zijn. Maar uiteindelijk moet ieder kind het wiel ook zelf uitvinden.

Mijn flow en werkwijze heb ik nu gevonden. Dat is reizen: met trein, bus, boot, te voet, op de fiets en ondertussen schrijven. Onderweg ook lezen, mediteren, gewoon ‘zijn’ en plannen. Bonne fooien en ontmoeten. Heel misschien een enkele keer nog een LAW.
De wandelingen waren sowieso goed voor mijn spijsvertering.

Geen Pieterpad meer. Proost! De dag is weer van mezelf. Van mijn eigen bonnefooi 😉 Ik heb er mooie ontmoetingen gehad, lekker kunnen zitten op fijne ‘rustplekken’ (al dan niet met koffie) en leuke ‘gepreksbankjes’ waren er. Die hou ik erin.

Ik ga volgende week nog een etappe dubbel lopen. Met een vrouw, die ik ontmoette in een van de eerste etappes. Die afspraak loopt nog. Het gaat er eentje worden, niet te ver van Amsterdam.

Van het Pieterpad af



Van het Pieterpad af

Ik ben met de trein onderweg naar Vierlingsbeek en wil de etappe downloaden van de Pieterpadsite. Maar onbereikbaar. Zo kom ik op het idee om de etappe dan maar via Google Maps te doen, alleen het boekje vind ik niet genoeg. Drie opties: allen met delen van het Pieterpad. Ik kies die over Smakt en Meerlo, 16 km (i.p.v 24). Een lekker kort en makkelijk dagje! denk ik. In Smakt neem ik in het gelijknamig verzorgingstehuis een eerste koffiepauze, zittend in een heerlijke fauteuil. Een dubbele espresso. Alles is nog dicht, maar hier niet. Het personeel gaat gewoon zijn gang. Enkele tafeltjes verder komt een ‘boekenverslindster’ zitten om een oud boek uit te lezen, dat haar aangereikt wordt.

Ik kom op het idee, dat als het zo lekker gaat als nu, dat ik wel tot Venlo door zou kunnen lopen. Net als bij een langer verhaal vergt dat wel een andere spanningsboog. Daar ga ik me op voorbereiden.
In Meerlo aan de Hoofdstraat in een cafeetje, mijn voeten even uit de schoenen. Ik besluit na Swolgen nog tot Venlo te gaan.
Dan zou ik zelfs 5 etappes in 4 dagen gedaan hebben.

Het weer is prachtig zonnig geworden. De weg (o.a Meerlose weg) is soms wel wat saai, maar zeer stil en weinig verkeer. Er zijn ook stukken op fietspaden door bossen. Ik kom langs megavelden grote bloeiende ‘Afrikaantjes’ en ik vraag me af waarom ze die kweken op die schaal.

Een man en meisje op de tandem passeren. Het meisje neuriet vrij nadrukkelijk, hard krakende geluiden, die niet direct aangenaam zijn voor mijn oren. Ze gaat er volledig in op. Misschien is ze blind. Het is me ook niet duidelijk of ze er plezier in heeft. De man is misschien haar vader, of een hulpverlener uit een instelling. Hij geniet er zichtbaar van. Zoals gezegd heerlijk weer.
Later kom ik ze nog eens tegen. De tonen van het meisje zijn exact hetzelfde, het is haar motor denk ik nu.

In Grubbenvorst bij Jan Linders wat inkopen gedaan. Ook een biertje voor thuis. Op een bankje wat gegeten.
De laatste kilometers worden steeds zwaarder. Mijn voeten doen soms pijn. Ik word wat kortademiger. Als ik via het veer Velden bereik, zie ik daar op de rijksweg iemand bij een bushalte staan. In de verte zie ik de bus. Ik steek over en stap in. Het kan niet beter. Ik heb het gehaald, denk ik. Okay, 5,5 kilometer met de bus.

Op de een of andere manier ben ik er klaar mee, met het Pieterpad, al vanaf zaterdag 7 oktober ben ik al zo aan het lopen. Ik wil het afmaken, maar ik heb er wel genoeg van. Voor mij geen ‘voorgekauwde’ lange afstandswandelingen meer. Ik wil meer wandelen als ik er een dag zin in heb en mijn eigen projecten ondernemen. Ik wil vaker een terrasje, café of bibliotheek op zijn tijd, waar ik dan lekker lang zitten kan, als ik wil, zonder dan weer in de middle of nowhere door te ‘moeten’ gaan of zo… et cetera.

Het Pieterpad heeft mij wel veel gebracht. Ik had het even nodig om o.a. de overgang naar mijn pensioen ‘in banen te leiden’. En heel ver weg is het een afsluiting van een pelgrimstocht naar Santiago, die ik lang geleden gelopen heb. Wandelen, reizen en schrijven, daar ben ik wel van gaan houden. Dat blijf ik doen. Af en toe een etappe van een of andere route: ook okay.

Vandaag (11-10) heb ik even een rustdag, om ook wat adminstratieve zaken af te wikkelen en dan nog 5 etappes 😉

Ik ben aan het plannen voor morgen. Ik wil niet meer teveel wandelen en wil het afronden. Ik ga morgen met de trein naar Venlo. Daar ergens wat drinken, dan met Arriva naar Swalmen, daar wil ik wat rondkijken. Ik ben er nog nooit geweest, terwijl ik toch uit Montfort kom en in Roermond op de middelbare school heb gezeten.

Daarna wil ik met de trein naar Roermond en wandel ik over St Odilliënberg Montfortwaarts. Daar wil ik het graf van mijn ouders bezoeken en nog wat rond wandelen. De bus terug en vanuit Roermond de trein weer terug naar Utrecht. Dan moet ik van de laatste drie etappes nog wat maken. Dat zie ik morgen dan wel weer. Het gaat morgen wel behoorlijk regenen, zie ik. Ik zie het allemaal wel. Dit is in ieder geval het plan.

wandelen is leven




*Wat er ook gebeurt in je leven, wandel door. Ben op aarde om lief te hebben, risico te nemen; vooral ook, te voelen.

Ma 2 oktober: Zelhem-Braamt

bij rustpunt ‘Warm groen’ kroel ik een ezel de klitten uit zijn gezicht; hij geniet er zichtbaar van. Een hinnikende pony
jaagt hem weg. Niets meer aan te doen

*Willekeurige gesprekjes activeren delen van mijn leven uit het ‘Grote Bewustzijn’

Braamt-Millingen: Woe 4 oktober: tot Elten

Ik rust even uit op het bankje. Naast me een net gepensioneerde politie-agent.
Hij heeft heel wat herders en bouviers gehad. Hij kon goed africhten. Maar bij het hondje dat hij van zijn overleden buurman opgevangen had, lukte dat maar te dele. Zij was ook niet ‘gesocialiseerd en dacht dat elke andere hond haar aanviel’ Dat bleek wel toen een vrouw langskwam met twee honden. Wat ging ze tekeer. ‘Ik kan ‘r niet loslaten’ glimlachte hij, ‘ik heb het opgegeven haar nog wat te leren. Ze is ook al twaalf.’
De ex-politieman komt uit een streng gelovig protestant nest. Maar de ‘Tale Kanaäns’ daar is hij wel van genezen.
Hij voelt zich op het moment een ‘opa vertelt’. .
‘Mijn kinderen en kleinkinderen kennen me nog, maar als zij tenslotte dood zijn ben ik ook helemaal dood.’

Op een gegeven moment hebben we het ook over de zin en onzin van een autobiografie of levensverhaal. ‘Uiteindelijk gaat alles voorbii,’ zegt hij. Hij raadt me het boek aan van Anna van Suchtelen: Pionier tussen wetenschap en vrijheidsstrijders. Hij is er net in begonnen. Ik vind het een inspirerende titel.

We nemen afscheid en ik denk volop over de zin van mijn schrijven na.

Het gaat mij wat schrijven betreft om de mens en mijzelf als onderdeel van de gemeenschap. Het gaat niet om diagnoses of verklaringen. Het gaat om leven in overeenkomst met je bestemming, met wie je bent.

De etappe Braamt-Millingen: Do 5 oktober: vanaf Elten is een doorloop en uitwaai etappe in weg en waterland. In gedachten ben ik veel bezig met: Hoe en waarom wandel ik. Hoe geef ik dat vorm. Hoe maak ik onderscheid tussen feit en fictie. Feit en fictie kunnen volgens mij niet los van elkaar bestaan. In louter fictie kan ik in ieder geval niet wonen. Ik verzin die fictie zelf. Daarom ben ik er mee verbonden.
Ik ben pas vrij als ik een plek heb in wat ik doe en wie ik ben: als ik aanwezig ben.
Dat is ook de reden dat fictie bestaat. Het is iets los van mezelf, maar ik creëer het.

Zo kom ik in dit stuk doorloop en uitwaai etappe, wandelend tot inzichten.

Ik ben benieuwd weer naar de volgende etappes. Ik ga gewoon door

Ik leef

weggevallen
van mijn geloof
van Freud
de poëzie

een jasje logica
heeft me
nog korte tijd verwarmt
voor het verpulverde

inmiddels kleed ik mij
in allerlei lapjes
van mijn bestaan
van overal vandaan

van zeer ver moest ik komen
wat doet het er toe?
het is weggevallen

ik leef

Etappe 1 Pieterpad 10-8-2023: Het begin is gemaakt



Ik dacht eergisteren, toen ik zomaar lukraak even met de trein naar Enkhuizen was gegaan, ik ga het Pieterpad lopen en naar aanleiding daarvan een boek schrijven. Iets als ‘Een Pieterpadtocht naar nieuw/ander leven’ Hoppa. Gaan!
Die nacht ook nog ‘gpx viewer’ op mijn mobiel gezet en even uitgezocht hoe dat werkt. Daar ben ik achteraf erg blij mee. Gewoon een totaal eenvoudige gratis app. Heel wat anders dan komoot, daar heb ik slechte ervaringen mee. Met het gpx-bestand van de etappe kan ik precies zien, waar ik ben. De bewegwijzering is niet altijd even duidelijk.

Ik wilde gelijke een begin maken! Met de trein en bus erheen. Half vijf ’s middags begonnen in Pieterburen. Tegen half tien de trein weer terug. De afstand is 12-13 km. Maar alles bij elkaar met het geloop naar stations en het verkeerd lopen zal het zo’n 15 km zijn. Nu erg moe maar voldaan ook wel. Ook fijn dat ik geen bagage hoef te dragen van weken en geen dure overnachtigskosten heb.

Ik doe het een beetje zo: een dag lopen, een dag schrijven. Soms een paar dagen lopen, soms een paar dagen schrijven. Ik zie het ook wel. Ik wil er ook een low-budget tocht van maken. Met de trein heb ik dalvrij reizen voor 55 euro per maand: dat helpt dus al
flink!
Ik heb met best wel wat mensen gesproken onderweg. Maar veelal was het ook weids en stil. Het begin is gemaakt.

Een boek schrijven in Callosa: slot.

Vandaag sluit ik mijn verblijf in Callosa af. Het eindverslag van mijn ’boek schrijven in Callosa’ (deel 5 uit de serie) voor de Stichting: Foundacion Cultural Knecht y Drenth. staat nu online. Een fijne en vruchtbare tijd was het. De feesten van Moren en Christenen, vier dagen lang, hebben hier enorm aan bijgedragen.

Ik ben blij dat ik hier heb kunnen zitten en dat het boek inmiddels half af is.

Voor wie interesse heeft hoe ik tot mijn boek ben gekomen en ook voor wie het leuk lijkt ook goedkoop op een leuke plek aan een kunstproject te werken. Hier mijn laatste video: een boek schrijven in Callosa.

een boek schrijven in callosa 2


Een boek schrijven in Callosa

het instituut kerk
de rug toe gekeerd en weg
van regel en dwang

van mank celibaat
dichte wrange mannentaal
zonder sprankeling

het evangelie
bekeren, overtuigen
niet vrij, niet mijn stijl

hoe moet een haiku?
hoe moet een lof? hoe een God?
hoe een hoe? en hoe?

treuren is voorbij
wie het instituut kerk verlaat
heeft niets te vrezen

Wat heeft het voor een zin me met iemand te identificeren? Inzichten veranderen, de mode, de wereld, ook ik. Een boek modelleren heeft ook geen zin; als het maar contact maakt met iets in jezelf.

Na uitgevallen treinen en vertraagde bussen onderweg ben ik toch nog voor middernacht gearriveerd in mijn hostel in Valencia. Interrailen mag meer, reizend schrijven kan weer! Dit boek eindelijk afmaken: ik zeg volmondig ja. In de keuken stamelt de uitbaatster Engelse woorden. Het hostel is verder leeg.
’Wat mag ik allemaal gebruiken,’ vraag ik. Het onzeker gebrabbel verandert in een angst-aanval. De energie die er hangt, doet me zeggen wat ik eigenlijk intuïtief door de telefoon al had willen doen: ‘Puedo entender el español. Ik versta Spaans. Moeizaam communiceren was het. Ze had me via een chat van booking.com laten weten, aanwezig te zijn, maar was er dus niet. Aanvankelijk kreeg ik haar antwoordapparaat. Ik was vriendelijk, maar ook wel kwaad en moe en misschien wat dwingend omdat ik niet meer zeker wist of ik nog wel een kamer zou bemachtigen. Ik moest nog een uur wachten, daar kwam het op neer. Zij wilde het uitleggen, maar haar woorden bleven warrig. ’Okay’, zei ik, ’ik zie het allemaal wel.’

Bijna automatisch verzink ik in wat in me omgaat en ontspan. Niet met haar angst mee gaan, niet de therapeut uithangen. Niet op het telefoongesprek terug komen: dat zijn de gedachten in mijn hoofd. Laat ontstaan, wat er ontstaat. Ook mijn eigen onzekere ladekastjes gaan open. Zij krijgt er onmiddellijk vleugels van en levendige ogen. ’Bedoel je materiaal uit de keuken of comida (eten)?’ Haar toon is nu licht en opgewekt.
‘Si, comida.’ Toen ik haar voor het eerst in levende lijve zag, leek ze me ook gelijk de kwaadste niet.

Ze doet de ijskast open, kijkt rond en wijst op ham, kaas en tostibrood. De ham glazig, de kaas, uitgedroogde harde plakken half nog in het aanbiedingszakje uit de supermarkt, het tostibrood, vochtig en klef. In mijn kamer vier ik dat ik de laatste trein naar Valencia heb gehaald met een gore tosti en een blikje zwaar bier, dat er ook nog stond. Ik ben er gewoon! Olé! Nog blijer was ik met het feit dat ik contact had puur op grond van wat er in me omging. Zo wil ik schrijven, zo wil ik reizen, zo wil ik zijn. Ik ben er!!!

De volgende dag wenst de uitbaatster mij een goede reis. Haar stem klinkt zacht en vriendelijk.
’Gracias,’ zeg ik opgelucht, dankbaar voor wat er zich tussen ons heeft afgespeeld. Onzekere golven losten zich op in helder rustig water. Zachtjes juich ik. Ik sta op gelijke voet met haar. Dit contact, deze uitwisseling! Haar niet zo frisse voedsel, wat maakt het uit? Ze gaf het graag. Wat is er vreemd aan een angstaanval? Ik raak er zelf niet meer door van van mijn stuk. Wie weet wat haar triggerde? En misschien riep mijn doen en laten ook wel wat op? Wie weet? Ik stel google maps in en loop richting busstation.

licht en loom vinden
benen, zich los wandelend
hun eigen voeten

niet meer wegzinkend
in natte zuigende gaten
lopen zij hun weg

De aroma van vers gezette koffie smelt op mijn tong; het broodje chorizo geurt alsof het vers uit het paradijs is gevallen. Buiten op het terras van het stationsrestaurant is het goed toeven. Over een uur gaat de bus richting Callosa. Ik ontspan.

vreemde commando’s vervliegen
woorden en zinnen
zonder filterend perspectief
verfrissen de lucht

geen hemel in mijn hoofd
blokkeert hier nog een weg
wat in me omgaat is helder
in vrijheid en aanvaarding

een eigen huis, een woning
ik zie wie ik kan zijn
wat in me omgaat is helder
vreemde commando’s vervliegen

In Callosa kan ik terecht in een van de monumentale panden van de Fundación Cultural Knecht-Drenth, een stichting, opgericht door Tijmen Knecht en Helen Knecht-Drenth, die tegen een beperkte bijdrage tijdelijke woon-en-werkruimte beschikbaar stelt aan Nederlandse en Vlaamse kunstenaars, schrijvers, vertalers en wetenschappers, om zo aan een van hun artistieke initiatieven te kunnen werken. Daar werk ik nu aan dit boek.


Dit verhaal is een verbeterde versie van :
https://www.onderweg24.nl/blogs/een-boek-schrijven-in-callosa/

Dit o.a. door opmerkingen van Cecile Koops en Liberty Biesma in de facebookgroep : schrijvers die feedback willen: https://www.facebook.com/groups/256720305361159

presentatie als schrijver-troubadour

In deze video presenteert Thijs Hanrath zich als schrijver/troubadour

Ik heb even vakantie gehad en me bezonnen op mezelf als kunstenaar. Zo ben ik tot deze presentatievideo gekomen. Een eerste deel van een serie. Ik heb er weer eens vierkant formaat van gemaakt. Het filmpje geeft een indruk van wie ik als troubadour/schrijver ben, van mijn werkproces en creativiteit. Ik werk graag associatief en met fragmenten om tot min of meer een verhaal portret of voorstelling te komen. Een volgend filmpje in deze serie, gaat over mijn produkten en diensten. Maar daar moet ik nog wel even over denken… 😉 Maar dit filmpje is er alvast, met heel veel dank ook aan Diederik Mook, die 28 september 2021 met mij meetrok door Utrecht en voor veel beelden en ideeën zorgde.