Ik loop momenteel dus het Pieterpad, af en toe dagje lopen, af en toe dagje schrijven. Zoiets. Ik ben een beetje aan het kijken: hoe krijg ik het Pieterpad gedicht/geschreven. Ik pluk de dag. Ik pluk nu elke dag wel bramen onderweg. Hoe pluk ik nu het Pieterpad?
Ik werd geïnspireerd door een gedicht Reeën van Miriam Van Hee. Het kwam uit ‘de bramenpluk: gedichten’. Deze bundel bevat gedichten over reizen, landschappen, dieren, kunst en liefde. Door subtiele observaties en ingehouden taal worden grotere thema’s van het leven aangesneden. Die bundel ga ik dus binnenkort lezen.
Van de etappe acht: Coevorden-Hardenberg die ik 7 september liep hier twee gedichten en enkele foto’s. Ik hoop al doende om mijn manier om ‘het Pieterpad lopen’ vorm te geven te vinden.
EEN GOEDE DIAGNOSE
Ik knielde op een bank van steen een steek ging door mijn been bukkend naar een blikje van welgeteld slechts 15 centen statiegeld
een dik pijnlijke en uitgeslagen knie had ik pas de dag erna ik had veel minder de regie niet leuk, maar ja, maar ja
een slijmbeurs, dacht ik mijn arts wees op een meniscusprobleem maar de fysio met zijn kennersblik zag enkel overbelast een spiersysteem
gelukkig dat er mensen zijn die hun vak nog goed verstaan ik ben na wat rust weer fijn en zonder punt op pad gegaan
IN GRAMSBERGEN DE BRUG OPEN ZIEN GAAN
Zij ging naar Gramsbergen, Pien om de brug open te zien bij de Mommeriete op het terras waar zij welgemoed aanwezig was
de tijdspanne dat zij daar keek tegen de zon in, wat biertjes gedronken midden in een hete pieterpadweek danste een stem in haar oren die klonken
‘Mooi he, zo open, ons pad’ Haar vriend die achter haar zat met zijn vierde halve liter zong vervolgens wankel: ‘ik ook van jou mijn schat!’
(de vrouw op het plaatje, vertoont geen gelijkenis met de creatie in bovenstaand dichterlijk sleutelgat)
Tot het Sleense Joffersbankje loop ik in een stil bos, de vogels laten van zich horen en slechts soms is er ver in de verte is een motor herkenbaar. Ik voel me opgenomen in een oase van rust alsof ik de enige ben hier. Twee vriendinnen ergens achter mij wanen zich ook zo. Ik ontmoet hen later als de buien goed losgebarsten zijn in de koffieschuur ‘Mooi Drenthe.
Ik zit met vriendinnen die ook schuilen voor het weer er is koffie, er zijn koeken hertog Jan staat er als bier
de koffieschuur ‘Mooi Drenthe’ heeft mijn pad vandaag gered een oase in het nat met een heerlijk schoon toilet
refrein: deze sfeer, deze sfeer die dank ik aan het Pieterpad die dank ik aan het weer
de vriendinnen stappen op ik ga nu schrijven aan dit lied want de hemel is nog steeds een groot waterend vergiet
dus blijf ik liever zitten met een schrijfstift en papier nog wat koffie, inspiratie en mijn pen raakt aan de zwier
elke dag is Pieter anders en afhank’lijk van het weer wandel verder, wandel hevig wandel minder, wandel meer
refrein: deze sfeer, deze sfeer die dank ik aan het Pieterpad die dank ik aan het weer
Daarna loop ik verder in de regen langs het water tot aan café Boerhoorn. Schuilplek nummer 2. Dit is geen boeren zelfbedieningskoffieschuur maar een dorps eet- en klaverjascafé. Bij de ingang liggen wel 3 grote vol gepende pieterpadboeken met het wel en wee. Zij komen hier dus wel, de pieterpadlopers.
Tot aan het beschermde vogelgebied, waar ik langsloop was het toch wel eentonig. Een verharde weg door weidelandschap. Ik concentreer me op het lopen, dan schiet ‘t lekker op. Ik ben moe, had een slechte nacht, wil in cadans blijven en graag voor het donker de trein hebben. Ik neem wel nog even rust op een tafelbankje bij het voormalige joodse kerkhof.
Over een brugje richting park van Coevorden, komt mij een jongen met regenkleding en rugzak tegemoet. Ik schat hem 16 en groet. Geen pieterpadloper, denk ik, maar wie dan wel? Een stukje verderop als ik inmiddels een slingerbocht gemaakt heb, en hij een stukje teruggelopen, roept hij: ‘Kunt u mij helpen?’ Ik verhef mijn stem: ‘Waarmee?’ ‘Even een foto maken.’ ‘Okay!’ Ik loop naar hem toe. Blijkt hij in die paar minuten tijd een snoek gevangen te hebben. Hij probeert juist het haakje uit zijn bek te halen. Ik zie behoorlijk wat bloed. ‘Ga je ‘m terugzetten?’ Hij knikt. Op de vraag wat hier nu de lol van is, vangen en terugzetten, krijg ik geen antwoord, maar misschien wil hij ermee op de foto en die aan anderen laten zien. Ik geef ‘m een papieren zakdoekje om het slijm en het bloed van zijn handen te halen en dan maakt hij ook even een foto van mij.
Toen hij de snoek met het net in de stroom hield, het vervolgens langzaam onder de vis wegtrok, zwom die rustig weer het water in. Daar was hij blij mee. ‘Zo’n snoek kan niet lang op het droge’, had hij gezegd, toen ie een paar keer uit zijn handen glipte. Hij moest hem op een bepaalde manier vast pakken. ‘Want dit dier heeft enorm scherpe tanden.’
Hoe zou zo’n snoek zo’n traumatische gebeurtenis verwerken? vraag ik me af. Zal hij met even veel trek in een volgend visje bijten? Blijven zijn instincten gewoon hun werk doen? Of gaat hij misschien kunstvisjes en hun plek onderscheiden van echte visjes en hun plek?
De nieuwe schoenen van Timberland, die ik op de uitverkoop bij Perry Sport heb gekocht, lijken toch meer werkschoenen, waar je ook korte wandelingen mee kunt doen. Dat lees ik nu ook in reviews op het net. Na zo’n 10 tot 12 km, beginnen mijn voeten en benen de steun te zoeken, die deze schoenen niet geven en wordt het lopen zeer vermoeiend. Het is maar slap leer. Voorheen had ik Lowa’s, een stuk duurder, maar nu versleten en te klein geworden. Het is voor mij echter ook een hele tijd geleden, lang afstandwandelen en ik word er natuurlijk ook niet jonger op. Ik heb altijd platvoeten gehad en in meer of mindere mate last van vocht en spataders in de benen.
Toen ik bijna thuis was, heb ik ook nog wat stoms gedaan. Op die ronde stenen zitbanken op Vredenburg in Utrecht heb ik geknield om een statiegeld blikje te pakken. Ik had mijn rugzak om, helde iets over en voelde een steek in mijn knie. Ik heb even mijn reikwijdte geforceerd. Dom, dom, dom. Ik merkte pas thuis, dat er wat aan de hand was.
Lopend merk ik weinig, alleen bij bepaalde bewegingen en als ik een tijdje zit en weer opsta. De knie wordt ook wat dikker. Er is sprake van een pijnlijk drukpunt. En er ontstaat uitslag. Het jeukt, de knie wordt rood. Ik denk aan een slijmbeursonsteking.
Sowieso ben ik geradbraakt. Ik heb met tussenpozen de klok rond geslapen en ook in de namiddag de dag erna slaap ik weer urenlang. Conditie opbouwen vergt tijd, zullen we maar zeggen. Ik geef de Timberland-schoenen misschien nog een kans om goed op mij ingespeeld te raken. Ik hou nu eerst een aantal dagen noodgedwongen rust. Zo’n ontsteking kan in een aantal dagen weer wegtrekken. Ik hoop het maar, want ik heb wel weer zin in de volgende etappe naar Hardenberg.
Voor nu lijkt me telkens een dag wandelen ideaal, gevolgd door minimaal twee rustdagen om bij te komen, te reflecteren (ook over het bestaan) en te werken aan een boek. Dit is mijn manier van contact maken met de wereld om me heen! Ik beloof niemand een rozentuin, maar ervaringen uitwisselen doe ik graag. Zo wil ik wandelen, reizen en schrijven en ook ontmoeten.
Inmiddels hou ik mezelf in de hand, dat sluit een mogelijke God niet uit. Maar leven zal ik zelf moeten doen. Dat neemt God niet van mij over. Wilskracht en luisteren naar mijn lichaam sluiten elkaar ook niet uit. Wilskracht heb ik nodig om mijn lichaam soms de baas te zijn en mijn grenzen te verkennen. Maar luisteren is ook een eigenschap van mijn lichaam en mijn lichaam, dat ben ik zelf. 😉
Het is niet anders, ik weet niet zeker of de ontsteking vanwege een foute beweging op dat rondje op Vredenburg is of dat ie er sowieso aan het aankomen was. Hoe dan ook, ik hoop dat het meevalt. Maar ik heb nu wel weer even meer tijd voor andere dingen en dat is ook prima eigenlijk…
Op de dag dat mijn moeder 99 jaar zou zijn geworden vertrek ik eigenlijk om de hele etappe van Schoonloo naar Sleen te lopen, zo’n 24 kilometer. Ik zie er wel tegenop. Er is veel regen en onweer voorspeld en ik ben geen kwieke twintiger meer.
In de buurt van Schoonoord raak ik in gesprek met twee vrouwen uit Sittard. Ze zijn vroeg vertrokken en hebben hun auto daar neergezet. Ze willen voor de buien binnen zijn. Ze doen een halve etappe vandaag. De eerste druppels beginnen te vallen, zij ontdekken dat hun poncho’s in de auto liggen en versnellen hun pas. Ik blijf achter. ‘Tot ziens,’ zeggen ze. ‘Wie weet,’ roep ik terug in mijn snel opgerakeld Limburgs. Ik overweeg nog even met hun mee te gaan, maar de wil om de hele etappe te volbrengen is sterker.
Vanmorgen heb ik al zoveel mogelijk tempo gelopen. Dat is anderhalf uur goed gegaan.
Plotseling is het alsof ik met mijn rechtervoet in een naald stap. Een enorme pijnstoot. Ik ontlast de voet onmiddellijk, zoek een boomstronk, doe mijn schoenen uit, mijn sokken, sla mijn steunkousen om en houd een half uur pauze. Gelukkig is het nog droog. Daarna gaat het lopen weer. Heeft er misschien een zenuw bekneld gezeten? Er is nergens verder niets te zien of te voelen. Ik besluit het rustiger aan te doen. De enige rustplek met koffie ‘de tweelingen’ ben ik al drie kwartier voorbij. Dit is een bosetappe, je komt weinig bankjes tegen, geen schuilplekken en ook geen horeca meer.
Even later pauzeer ik in een plensbui op een afgeronde punt van een steen, terwijl de knallen soms hevig zijn. Het onweer is dichtbij. Daar zit ik dan, geen weg meer terug, niets, ik moet verder. Het weer maakt me wel wakker. Dat wel. Ik voel me helemaal aanwezig en alert. Uiteindelijk klaart het op. Ik doe mijn poncho uit en beland bij het monument voor de oprichters van het Pieterpad. Op een bankje zit een groepje naar de GP van Zandvoort te luisteren met behoorlijk hard geluid. Wat onwerkelijk, maar ik kan er ook om lachen. Ik vind het een mooi oprichtersmonument, het past in dit hunnenbeddenlandschap, ook mooi met zo’n groot stuk wei er om heen met enige tafelbankjes. Helaas begint het weer te regenen. Ik ga maar weer verder.
Later ben ik moe op een bankje gaan zitten en kijk ik hoe laat er nog bussen vertrekken uit Sleen richting Emmen-station, blijkt de laatste om 19.15 te gaan. Bus 29. Ik kijk op mijn mobiel. Dat moet haalbaar zijn. Doorstappen is dan wel het devies. Ik loop zoals ik begonnen ben. Het regent dat het giet. Ik let niet goed op de pijltjes en raak van het pad. Uiteindelijk ben ik de weg kwijt. Dan maar verder met google maps, zo rechtstreeks mogelijk. Gelukkig heb ook mijn paraplu bij me voor mijn mobiel, maar ik vergeet de app op start te zetten, waardoor het stipje dat aangeeft waar ik ben onnauwkeurig is. Ik blijf maar rondjes lopen. Ik word steeds zenuwachtiger, want zo schiet het natuurlijk niet op. Bij een kruispunt komt me gelukkig een meisje op mountainbike tegemoet. Ik ga op haar af. ‘Weet jij de weg naar Sleen?’ Zij drukt in de remmen en slipt bijna weg. ‘Ik kom van Sleen, maar dit mountainbikepad zou ik u niet aanraden. Ik ben niet van hier.’ Ze heeft een mooi en vreemd accent. Ze kijkt even rond. ‘Ik geloof dat u die kant op moet,’ zegt ze wijzend naar een groen met vers gras begroeid pad, ‘ja dat moet u hebben.’ Ik vertrouw en bewonder haar gevoel en bedank haar hartelijk.
En ja hoor op een gegeven moment doemt er een autoweg op. Hoi, de bewoonde wereld! Ik zit goed. Toch laat Google maps mij voor mijn gevoel een hele om lopen, maar okay als ik doorloop is het qua tijd te halen, het is nog een flink uur, geen tijd om nog dingen uit te zoeken. Ik krijg af en toe een krampscheut, maar als ik ontspan kan ik telkens weer verder. De schoenen, die ik heb zijn in ieder geval helemaal waterdicht. Ze passen zich doornat als ze zijn nu misschien eerder aan aan mijn voeten. Ik ontwaar twee bushaltes aan het begin van de snelweg, eentje rechtstreeks naar Emmen, niet meer over Sleen. Bus 21. Ik ben hier in Noord Sleen! Dat scheelt! Daar had ik me thuis nog even op georiënteerd voor een vrienden-op-de-fiets-adres. Er zijn er daar drie. Nu heb ik hier ineens de bus van zeven over zes, dankzij die omweg van google-maps. Zo zie je maar weer. Hij rijdt ook nog eens tot ergens laat in de avond. Mijn gezicht klaart helemaal op. Ik heb het gehaald!
Wat mijn moeder betreft ik heb vaker aan haar gedacht vandaag en lopend af en toe wat de lucht in geroepen. Door het dwangmatig korset dat ze aanhad kon ik haar niet liefhebben. Er was een muur tussen ons. Zij met haar etiquette, normen en gedragsregels en ik die iets anders verlangde. Ik dacht vaak dat ik door twee vaders opgevoed was, mijn vader en mijn vader door mijn moeder. Zelden of nooit nam zij het tegen hem op, voor ons of voor zichzelf. Uiteindelijk nestelde zij zich telkens weer in zijn mening.
Gelukkig, ik kijk er inmiddels doorheen. Jammer dat het zo gelopen is, dat zij niet in eigen kracht heeft kunnen staan. Dat wij niet het contact hadden dat ik verlangde. [Waarschijnlijk had zij dat ook liever anders gezien] Gelukkig, ik zie haar nu als persoon en lig niet meer met haar in de clinch.
Lopen loutert. Zo is ook de titel van een boek dat ik niet gelezen heb, maar voor mij werkt het zo.
Er liggen bij het kerkje in Rolde mensen te slapen. Fietsen en bepakking staan erbij. Later zie ik ook een paar tentjes langs het Pieterpad met mensen op het pad, die met hun ontbijt en koffie bezig zijn. Het dag ontwaakt en is vandaag te typeren als één grote produktieboswandeling. Deze bossen zijn aangelegd door staatsbosbeheer vanaf de jaren 20 vorige eeuw voor houtwinning. Ik loop met frisse ochtenzon en dauw, aanvankelijk vrij rustig en langzaam, heb momenten van verstilling en pluk zo nu en dan wat bramen.
Later loop ik harder, meer in een soort cadans, trek ik me op aan andere mensen. Geen tijd dan voor bramen of foto’s: ik wil opschieten, maar vraag me ook af waar ik mee bezig ben.
Vlak voor Schoonloo ben ik op een bankje gaan zitten en passeren me twee vrouwen die me wel drie keer gepasseerd zijn. Ik stel voor dat zij even op het bankje gaan zitten voor een foto. Op de leuning staat: Pietersberg 406 km ; Pieterburen 86. Dat lijkt hun wel wat. Zo ontstaat er een leuke foto-sessie en maakt een van hun een paar foto’s van mij. Daar ben ik mee bezig denk ik: spontane ingevingen en momenten volgen. Daar doe ik het voor. Daarnaast wil ik vanuit deze wandelingen een boek laten ontstaan. Zie daar mijn leidraad voor onderweg.
Ik heb vandaag meteen mijn nieuwe Timberland schoenen geprobeerd. Ik ben er niet laaiend enthousiast over, maar ze hebben wel redelijk voldaan. Het zijn tenslotte ook maar goedkope schoenen. Ze waren niet ingelopen en ik heb de hele weg ook voor het eerst met steunkousen gelopen, ik heb geen blaren opgelopen. Mijn voeten voelden wel wat vermoeid aan het eind van de dag. Eigenlijk wil ik lichtere schoenen hebben, bijvoorbeeld sportschoenen, die ook wat steun geven. Ik ben nogal wat aan het hannesen met mijn voeten, ik heb platvoeten en nogal eens last van vocht in benen en voeten, maar ook weer niet altijd. Ik heb een van mijn oude schoenen naar de schoenmaker gebracht om te laten repareren om ook een back-up te hebben. Uiteindelijk zal ik moeten lopen met de voeten en het gestel die ik heb. Morgen ga ik met Fred, een kameraad, weer even naar de Emmaus in Haarzuilen. Ik hoop daar ook een vouwfietsje te vinden en zal er ook uitkijken naar schoenen.
Net zoals gewoon wandelen vind ik niets zo fijn als gewoon schrijven, wat rondhangen, wat doen, wat noteren en concepten laten rijpen.
Bij ontmoetingen onderweg heb ik vaak te maken met het afweren van contact, het gewoon vriendelijk goedendag zeggen en het even met elkaar oplopen en alle tussenvormen die voorkomen.
Van Zuidlaren naar Rolde loop ik o.a. door een voormalig ‘krankzinnigengesticht’ van de ‘Vereniging tot christelijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlijders van Nederland’. Er is een ‘poëzie’-route, maar de taal kan mij niet bekoren. Een beeld daarentegen van een naakte vrouw met de woorden erbij:
2001 mijn moeder, 50 jaar Berkenhof Marion Piersma
Dat raakt me echter wel in al zijn eenvoud.
Over het algemeen heb ik lekker fysiek gelopen, al slaat zo nu en dan ook weer de vermoeidheid toe en dan heb ik wel eens last van opvliegers, maar mijn conditie wordt al beter merk ik.
Een 77-jarige man waar ik een tijdje mee oploop, doet elke dag dezelfde wandeling en ontmoet steeds weer nieuwe mensen. Ik zou ook wel een tijdje aan het Pieterpad willen wonen op mooie stukken. Het is een zeer afwisselende mooie wandeling, door prachtig heidegebied, ook al is het duinenzand nabij Gasteren zwaar lopen. Mooie paddenstoelen, Schotse hooglanders, hunnenbedden, esdorpen, mooie etappe.
Vandaag nieuwe wandelschoenen gekocht van het merk Timberland bij Perry Sport afgeprijsd van 159 voor 119 euro. Het was wel maatje 47,5 😉 [normaal heb ik ongeveer 46] , maar ze zaten goed. Ik heb ze maar genomen. De lowa schoenen die ik heb, daar loop ik al ruim 6 jaar op, dag in dag uit, die hebben hun beste tijd gehad.
Van een foto van viaduct ‘Schipborg’ met mooie kleurpotloden-graffiti, ga ik mijn nieuwe banner maken voor onderweg24.nl. [ zie foto’s, het is nog in de conceptfase. Ik schrijf en lees ook veel naast het schrijven van dit blog. Morgen ook weer even een dag met van alles en nog wat, even niet op wandeltocht, het grote voordeel van niet elke dag weer door hoeven ‘jakkeren’.
Ik dacht eergisteren, toen ik zomaar lukraak even met de trein naar Enkhuizen was gegaan, ik ga het Pieterpad lopen en naar aanleiding daarvan een boek schrijven. Iets als ‘Een Pieterpadtocht naar nieuw/ander leven’ Hoppa. Gaan! Die nacht ook nog ‘gpx viewer’ op mijn mobiel gezet en even uitgezocht hoe dat werkt. Daar ben ik achteraf erg blij mee. Gewoon een totaal eenvoudige gratis app. Heel wat anders dan komoot, daar heb ik slechte ervaringen mee. Met het gpx-bestand van de etappe kan ik precies zien, waar ik ben. De bewegwijzering is niet altijd even duidelijk.
Ik wilde gelijke een begin maken! Met de trein en bus erheen. Half vijf ’s middags begonnen in Pieterburen. Tegen half tien de trein weer terug. De afstand is 12-13 km. Maar alles bij elkaar met het geloop naar stations en het verkeerd lopen zal het zo’n 15 km zijn. Nu erg moe maar voldaan ook wel. Ook fijn dat ik geen bagage hoef te dragen van weken en geen dure overnachtigskosten heb.
Ik doe het een beetje zo: een dag lopen, een dag schrijven. Soms een paar dagen lopen, soms een paar dagen schrijven. Ik zie het ook wel. Ik wil er ook een low-budget tocht van maken. Met de trein heb ik dalvrij reizen voor 55 euro per maand: dat helpt dus al flink! Ik heb met best wel wat mensen gesproken onderweg. Maar veelal was het ook weids en stil. Het begin is gemaakt.
Ik ga komende woensdagavond 26 april de avond voor koningsdag mijn resterende ‘boekjes+cd’ verkopen voor de spotprijs van 2 euro. Ik sta bij het Van Boekhoven-complex aan de Breedstraat in Utrecht. Het gaat om:
‘Als ik iemand ben’ 11 jaar straatmuzikant
Dit boekje met cd geeft een tijds- en staatmuzikantenbeeld van rond het millennium. Vooral door anekdotische verhalen over mijn eigen locale en (inter)nationale optredens overal en nergens. De gedichten en liedjes gaan over bestaan. De pelgrimstekstjes zijn vooral nog zoektocht naar die iemand uit de titel.
Wil iemand het toegezonden krijgen, dan kan dat, dan komen er voor Nederland 5,00 euro verzend- en verpakkingskosten bij, voor België 9,50 euro. Dat kan nu na de koningsdag nog steeds. Het gironummer is: NL 60 INGB 0003 3855 01 t.n.v. M.H.J. Hanrath
Mijn komende boek, gaat vooral over iemand zijn. Iemand, die niet enkel zijn driften volgt, maar onderdeel is van een gemeenschap en als zodanig ook geluk ervaart. Iemand die zijn eigen grenzen kan bewaken. Iemand, die zich niet door angst laat regeren. Die de intentie heeft het ‘goede’ te doen. Dat gaat gevat worden in verhalen, gedichten liedjes en gewoon tekst.
Heb je interesse in het een of ander, hou deze blogs in de gaten
in een groot opgeblazen Jezushuis op een katholiek joodse kermis sprongen nog restjes studentenecclesia hun trampolinesprongetjes in een allang beslecht achterhoedegevecht
weggestuurd ben je door de Jezuïeten weggestuurd door de katholieke kerk door de dichter Komrij getypeerd als de Liesbeth List van het kerkelijk partijtje copywriter van de Firma Christus & co
in een pipowagen in Lent probeerde ik nog één keer je ‘nieuwe liefde’ te peilen het plafond hoorde mijn murmelarij een bijbels getuigen ontbreekt eenvoudig in mij dat werd dus niet samen steentjes keilen
in mijn jonge nog randkerkelijke jaren heb ik jouw liedjes nog wel gezongen ik krijg ze niet meer uit mijn longen jouw gedichten vliegen trampolinevrij fladderend verder weg van mij
in die pipowagen in Lent lag ik wat dralend op mijn krent je gepantserde beelden benauwen ik ga ze niet meer herkauwen deze limerick is echt the end
Ik ben lekker op dreef met mijn fragmenten, vandaag 28-12-22 is de trouwdag van mijn ouders. Ik heb mijn geboorte en hun leven een beetje willen schetsen, aan de hand van het verhaal daarover, dat ik me nog herinner.
ademnood
de eerste bevalling van mijn vader beginnend huisarts boven een café viel niet mee ‘s nachts, mijn hoofdje kwam al nader Bam! het licht sprong uit ‘inhouden!’ zijn stem klonk luid
een zekering later paarsblauwig gelapt heb ik vanuit een kater naar adem gehapt
als vrijwilliger hebben zij elkaar leren kennen op een schip vol kinderen naar Engeland die allemaal weer mochten gaan wennen aan meer dan een tweede-wereld-oorlog-stand
mijn ouders zijn blijven hangen in katholieke idealen gevangen die hun geen eigen wegen boden zij hebben elkaar geveeld kinderen gedeeld maar ook gefaald sprankelende ogen van geluk hebben het nooit gehaald
Ik heb van 20 tot 23 december 2022 drie dagen overnacht in het voormalige Emmausklooster in Velp (Noord Brabant) heb daar langs het water gelopen, een paar keer naar Grave en daar is het eerste fragment van mijn nieuwe boek geboren:
1. Nieuwe Scheuten
ik koester het leven glibber niet meer uit zijn hand luister naar waar vrijheid ligt
als aan een knotwilg ontspringen in mij nieuwe scheuten
ik volg geen utopie gestructureerde pelgrimstocht of systematisch geloof
vrijheid legt zich niet vast geen onthechting zonder eigen karakter nederig groei ik
klaar met het schrijven van herhaalrecepten
als aan een knotwilg ontspringen in mij nieuwe scheuten mijn stam nog stevig genoeg
Vandaag 27 december volgt hier het tweede fragment:
2. rozen niet zonder doornen
ik zoek geen leraar meer, geen macht geen ascetische woordenpracht accepteer van rozen de doornen leef op verlangen en levenskracht
ook begeerte is geen lelijk woord er hoeft geen ego te worden vermoord als je met liefde om kunt gaan ga je gewoon met die banaan en maak je de wereld een leefbaar oord