‘De pantoum heeft mij bevrijd’ boekje van 32 blz met 20 pantoums. En je leert ook pantoums maken komt uit 27-04-2024 auteur: Thijs Hanrath
Alvast de voorpagina (zie boven) en de achterflap:
Waar gaat dit boekje over?
Ik verbleef vlak na de corona-crisis een kleine twee maanden in Callosa in Spanje als ‘artist in residence’ in een prachtig antiek huis met drie verdiepingen en een dakterras. Dit was mogelijk gemaakt door de FCKD: Fundación Cultural Knecht-Drenth. Ik wilde er een boek schrijven, maar liep vast. Van de weeromstuit ben ik pantoums gaan maken. Elke dag. Ook op locatie, dat gaf soulaas. Ergens op een bankje, de omgeving in je opnemen en luisteren naar wat er in je omgaat. Achteraf hebben de pantoums mij laten zien, waar ik mee bezig was. In dit boekje vind je er 20 en leer je ze ook zelf maken. Je hoeft geen groot dichter of schrijver te zijn. Iedereen kan ze creëren. Al doende leer je er de mogelijkheden van ontdekken. Ruim een maand geleden dacht ik: leuk om er een boekje van te maken voor de vrijmarkt met een workshop erbij. Het is gelukt: de kracht van de deadline.
Ik heb afgelopen weekend vanaf vrijdag 14.00 uur- zondag 12.00 (16-18 februari 2024) in het Koos Vorrink huis in Lage Vuursche een ‘workshop’ : ‘Neem je koffer mee …’ gevolgd. Dit onder leiding van Anneke Sarolea-Hoekstra & Grigori Sarolea in samenwerking met het NIVON.
Je komt met een koffer aan instrumenten en andere (je eigen) bagage bij elkaar. Je begint gespreksmatig, improviserend muziek te maken en naar elkaar te luisteren. Er ontstaat van alles: dat krijgt en geef je meer of minder structuur o.l.v Grigori.
Ik vond het erg inspirerend, ook voor mijn schrijven. De eerste en tweede dag vond ik echt geweldig. De laatste dag zat ik er ook wel even doorheen, was ik misschien ook wel wat moe van de vele indrukken, (nog) recalcitranter en ook blij dat ik weer naar huis kon. Mijn instrumenten: accordeon en stem.
Maar uiteindelijk hartstikke fijn om gedaan te hebben en ook weer wat contacten opgedaan.
Op de groepsfoto: de instrumenten… Niet allemaal staan ze erop
Tot het Sleense Joffersbankje loop ik in een stil bos, de vogels laten van zich horen en slechts soms is er ver in de verte is een motor herkenbaar. Ik voel me opgenomen in een oase van rust alsof ik de enige ben hier. Twee vriendinnen ergens achter mij wanen zich ook zo. Ik ontmoet hen later als de buien goed losgebarsten zijn in de koffieschuur ‘Mooi Drenthe.
Ik zit met vriendinnen die ook schuilen voor het weer er is koffie, er zijn koeken hertog Jan staat er als bier
de koffieschuur ‘Mooi Drenthe’ heeft mijn pad vandaag gered een oase in het nat met een heerlijk schoon toilet
refrein: deze sfeer, deze sfeer die dank ik aan het Pieterpad die dank ik aan het weer
de vriendinnen stappen op ik ga nu schrijven aan dit lied want de hemel is nog steeds een groot waterend vergiet
dus blijf ik liever zitten met een schrijfstift en papier nog wat koffie, inspiratie en mijn pen raakt aan de zwier
elke dag is Pieter anders en afhank’lijk van het weer wandel verder, wandel hevig wandel minder, wandel meer
refrein: deze sfeer, deze sfeer die dank ik aan het Pieterpad die dank ik aan het weer
Daarna loop ik verder in de regen langs het water tot aan café Boerhoorn. Schuilplek nummer 2. Dit is geen boeren zelfbedieningskoffieschuur maar een dorps eet- en klaverjascafé. Bij de ingang liggen wel 3 grote vol gepende pieterpadboeken met het wel en wee. Zij komen hier dus wel, de pieterpadlopers.
Tot aan het beschermde vogelgebied, waar ik langsloop was het toch wel eentonig. Een verharde weg door weidelandschap. Ik concentreer me op het lopen, dan schiet ‘t lekker op. Ik ben moe, had een slechte nacht, wil in cadans blijven en graag voor het donker de trein hebben. Ik neem wel nog even rust op een tafelbankje bij het voormalige joodse kerkhof.
Over een brugje richting park van Coevorden, komt mij een jongen met regenkleding en rugzak tegemoet. Ik schat hem 16 en groet. Geen pieterpadloper, denk ik, maar wie dan wel? Een stukje verderop als ik inmiddels een slingerbocht gemaakt heb, en hij een stukje teruggelopen, roept hij: ‘Kunt u mij helpen?’ Ik verhef mijn stem: ‘Waarmee?’ ‘Even een foto maken.’ ‘Okay!’ Ik loop naar hem toe. Blijkt hij in die paar minuten tijd een snoek gevangen te hebben. Hij probeert juist het haakje uit zijn bek te halen. Ik zie behoorlijk wat bloed. ‘Ga je ‘m terugzetten?’ Hij knikt. Op de vraag wat hier nu de lol van is, vangen en terugzetten, krijg ik geen antwoord, maar misschien wil hij ermee op de foto en die aan anderen laten zien. Ik geef ‘m een papieren zakdoekje om het slijm en het bloed van zijn handen te halen en dan maakt hij ook even een foto van mij.
Toen hij de snoek met het net in de stroom hield, het vervolgens langzaam onder de vis wegtrok, zwom die rustig weer het water in. Daar was hij blij mee. ‘Zo’n snoek kan niet lang op het droge’, had hij gezegd, toen ie een paar keer uit zijn handen glipte. Hij moest hem op een bepaalde manier vast pakken. ‘Want dit dier heeft enorm scherpe tanden.’
Hoe zou zo’n snoek zo’n traumatische gebeurtenis verwerken? vraag ik me af. Zal hij met even veel trek in een volgend visje bijten? Blijven zijn instincten gewoon hun werk doen? Of gaat hij misschien kunstvisjes en hun plek onderscheiden van echte visjes en hun plek?
De nieuwe schoenen van Timberland, die ik op de uitverkoop bij Perry Sport heb gekocht, lijken toch meer werkschoenen, waar je ook korte wandelingen mee kunt doen. Dat lees ik nu ook in reviews op het net. Na zo’n 10 tot 12 km, beginnen mijn voeten en benen de steun te zoeken, die deze schoenen niet geven en wordt het lopen zeer vermoeiend. Het is maar slap leer. Voorheen had ik Lowa’s, een stuk duurder, maar nu versleten en te klein geworden. Het is voor mij echter ook een hele tijd geleden, lang afstandwandelen en ik word er natuurlijk ook niet jonger op. Ik heb altijd platvoeten gehad en in meer of mindere mate last van vocht en spataders in de benen.
Toen ik bijna thuis was, heb ik ook nog wat stoms gedaan. Op die ronde stenen zitbanken op Vredenburg in Utrecht heb ik geknield om een statiegeld blikje te pakken. Ik had mijn rugzak om, helde iets over en voelde een steek in mijn knie. Ik heb even mijn reikwijdte geforceerd. Dom, dom, dom. Ik merkte pas thuis, dat er wat aan de hand was.
Lopend merk ik weinig, alleen bij bepaalde bewegingen en als ik een tijdje zit en weer opsta. De knie wordt ook wat dikker. Er is sprake van een pijnlijk drukpunt. En er ontstaat uitslag. Het jeukt, de knie wordt rood. Ik denk aan een slijmbeursonsteking.
Sowieso ben ik geradbraakt. Ik heb met tussenpozen de klok rond geslapen en ook in de namiddag de dag erna slaap ik weer urenlang. Conditie opbouwen vergt tijd, zullen we maar zeggen. Ik geef de Timberland-schoenen misschien nog een kans om goed op mij ingespeeld te raken. Ik hou nu eerst een aantal dagen noodgedwongen rust. Zo’n ontsteking kan in een aantal dagen weer wegtrekken. Ik hoop het maar, want ik heb wel weer zin in de volgende etappe naar Hardenberg.
Voor nu lijkt me telkens een dag wandelen ideaal, gevolgd door minimaal twee rustdagen om bij te komen, te reflecteren (ook over het bestaan) en te werken aan een boek. Dit is mijn manier van contact maken met de wereld om me heen! Ik beloof niemand een rozentuin, maar ervaringen uitwisselen doe ik graag. Zo wil ik wandelen, reizen en schrijven en ook ontmoeten.
Inmiddels hou ik mezelf in de hand, dat sluit een mogelijke God niet uit. Maar leven zal ik zelf moeten doen. Dat neemt God niet van mij over. Wilskracht en luisteren naar mijn lichaam sluiten elkaar ook niet uit. Wilskracht heb ik nodig om mijn lichaam soms de baas te zijn en mijn grenzen te verkennen. Maar luisteren is ook een eigenschap van mijn lichaam en mijn lichaam, dat ben ik zelf. 😉
Het is niet anders, ik weet niet zeker of de ontsteking vanwege een foute beweging op dat rondje op Vredenburg is of dat ie er sowieso aan het aankomen was. Hoe dan ook, ik hoop dat het meevalt. Maar ik heb nu wel weer even meer tijd voor andere dingen en dat is ook prima eigenlijk…
Ik ben vroeg wakker om 4.00 uur al en besluit om de eerste trein te nemen naar Groningen die van 7.49 uur. In Winsum laat een vrouw, die daar op de camping zit haar hond uit en leidt mij naar het centrum. Ik kijk daar even rond, maar loop al gauw het pad. 22 Kilometer vandaag.
Bij een afslag staat een man een vrouw met een minifiets de weg te wijzen. Ik vraag ook even voor de zekerheid. ‘Ja hoor, die kant’ Hij grapt dat hij er de hele dag staat en steekt zijn hand uit voor een kleine bijdrage. ‘Als je ons koffie had aangeboden, dan had ik wel wat gegeven,’ zegt de vrouw. Dat beaam ik, we zien een hond aankomen met een stok in zijn bek. Later kom ik die vrouw weer tegen. Mij ziend, beseft ze dat er iets niet klopt. Ze blijkt inderdaad een rondje gereden te hebben. Ze sluit zich bij mij aan en we lopen samen een stukje verder om koffie. Inmiddels is de regen goed losgebarsten. We kletsen in café ‘Garnwerd aan zee’ over van alles en nog wat, ook over boeken. Ik heb net in de trein weer enkele hoofdstukken uit ‘Leven zonder een plan B’ van Valerie Cook gelezen. Het boek is een zogenaamde sprinter van de bieb. Het moet morgen al terug. Over dat boek meer in een volgend blog.
De naam van de vrouw is Lidwien. Zij heeft o.a ‘de meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman gelezen en is mensen daardoor weer meer gaan vertrouwen. Zij speelt dwarsfluit en we hebben email-adressen uitgewisseld. We gaan een keer een etappe samen lopen en misschien een keer samen spelen. Ze is een paar jaar ouder dan ik. Lidwien heeft gelijk een mening over die Valerie Cook, de hoofdpersoon in het boek, ‘Leven zonder een plan B’: heel egoïstisch. ‘Ze leeft alleen voor haar droom en maakt haar kinderen daaraan ondergeschikt.’ ‘Laat haar dat maar niet horen’ , grap ik.
Later ben ik zelf verkeerd gelopen. Een tegemoetkomend meisje wijst mij de foute richting, waardoor ik gelukkig wel een kerkje met openbaar toilet bereik, juist op moment dat ik de kramp in mijn buik en maag voel. Ik herkende het kerkje onmiddellijk van een plaatje dat ik gezien had. Verder lopend, kom ik een cabine tegen van een schip , waar koffie, fris en koek te verkrijgen is. Zelfbediening, tegen betaling in een houten spaarpot. De boer, de eigenaar, heeft de cabine geplaatst heeft, heeft hem neergezet voor zijn kinderen. ‘Dan leren zij wat verdienen is en ondernemen,’ zegt hij. Hij is eventjes later gearriveerd met een dochtertje. In het gesprek met hen ontdek ik dus dat als ik in Groningen wil komen dat ik dan de andere kant op moet.
Okay dan! Teruglopend ben ik ontzettend kwaad. Het roept via associaties zelfs woede op naar mijn immer zwijgzame vader. Ik laat het gewoon de vrije loop, dichtbij in de buurt zijn nu toch geen mensen. Dit is zoals zo’n wandeltocht kan gaan, van het ene kom je in het andere. Na uren regen breekt gelukkig de zonneschijn weer door.
Uiteindelijk heb ik op de campus van de Universiteit de bus gepakt naar Groningen centraal station. Ik heb door het fout en verkeerd lopen de 22 kilometer van de etappe ook wel gehaald! Ik ben op en mijn benen kunnen niet meer. De laatste 8 kilometers had ik aan een stuk door flink doorgelopen. Ik zat er doorheen. Als ik op een bankje op het campusbusstation wat drink en uitrust, weet ik dat het meer dan genoeg is geweest voor vandaag.
Ik dacht eergisteren, toen ik zomaar lukraak even met de trein naar Enkhuizen was gegaan, ik ga het Pieterpad lopen en naar aanleiding daarvan een boek schrijven. Iets als ‘Een Pieterpadtocht naar nieuw/ander leven’ Hoppa. Gaan! Die nacht ook nog ‘gpx viewer’ op mijn mobiel gezet en even uitgezocht hoe dat werkt. Daar ben ik achteraf erg blij mee. Gewoon een totaal eenvoudige gratis app. Heel wat anders dan komoot, daar heb ik slechte ervaringen mee. Met het gpx-bestand van de etappe kan ik precies zien, waar ik ben. De bewegwijzering is niet altijd even duidelijk.
Ik wilde gelijke een begin maken! Met de trein en bus erheen. Half vijf ’s middags begonnen in Pieterburen. Tegen half tien de trein weer terug. De afstand is 12-13 km. Maar alles bij elkaar met het geloop naar stations en het verkeerd lopen zal het zo’n 15 km zijn. Nu erg moe maar voldaan ook wel. Ook fijn dat ik geen bagage hoef te dragen van weken en geen dure overnachtigskosten heb.
Ik doe het een beetje zo: een dag lopen, een dag schrijven. Soms een paar dagen lopen, soms een paar dagen schrijven. Ik zie het ook wel. Ik wil er ook een low-budget tocht van maken. Met de trein heb ik dalvrij reizen voor 55 euro per maand: dat helpt dus al flink! Ik heb met best wel wat mensen gesproken onderweg. Maar veelal was het ook weids en stil. Het begin is gemaakt.
25 September een leuk open podium gehad in de bibliotheek in Huizen en gezellig na gekletst. Ik heb er o.a. onderstaand gedicht voorgedragen. Het gaat over labyrint-lopen. Een labyrint staat kort gezegd voor je levensweg. Je kunt er niet in verdwalen, je loop in tegenstelling tot een doolhof gewoon van de buitenkant naar binnen en weer terug. Je kunt een vraag stellen als je begint en dan geconcentreerd naar het midden bewegen. Je krijgt op een gegeven moment een antwoord, soms moet je daar even op wachten in het midden en daar loop je dan weer mee terug. Zo’n labyrint lopen is een meditatieve manier om antwoord te krijgen op levensvragen of bijvoorbeeld een gedicht te maken. Het werkt meestal wat beter, dan voor je lege scherm op gang te komen. Ik had een kladversie liggen van dit gedicht als pantoum, maar dit optreden zorgde voor deze versie ervan.
labyrint lopend
halverwege het kunstlabyrint aan de Waal trekt een groot containervrachtschip voorbij ik zie allerlei zaken van mij ik zwaai ze uit ze zijn verkocht ik ben er niet meer aan verknocht
halverwege het kunstlabyrint aan de Waal zeg ik vaarwel tegen zinloze gedachten staat mij eindelijk wat nieuws te wachten terwijl ik me zeer bewust beweeg ben ik helemaal open bijna leeg
halverwege het kunstlabyrint aan de Waal zegt een stem mij hou steeds vertrouwen en blijf zo levend teksten bouwen uiteindelijk kom je bij wie je bent die je eigenlijk al heel lang kent
in het kunstlabyrint aan de Waal kom ik uiteindelijk mezelf tegen ben ik mijn hemelpaard afgestegen sta ik met beide benen op vaste grond praat ik eindelijk uit eigen mond
Een tweeluik gedichten, ‘oversteek’ van Dorien de Wit en ‘Hoe je verder moet’ van Remco Ekkers, met dank aan Wouter van Heiningen. Zij inspireerden mij om weer verder te gaan met schrijven aan mijn boek
oversteek
je staat op de rand van de stoep alsof je op de rand van een klif staat
je weet niet of overgave een beweging naar voren of achteren is
je draagt een koffer in je hand maar eigenlijk houd jij je daaraan vast terwijl je wiebelt op je benen
niet als twijfel maar een teken van de ander die in je zit
iemand die in je lichaam beweegt iemand die een reserveleven maakt voor als het eerste mislukt
Hoe je verder moet
Stap opgewekt voort al weet je niet zeker waar naar toe. Vooruit
over het glimmende asfalt tussen de kale bomen hoofd scheef, wuivend naar het huis dat al in de mist is verdwenen en straks vergeten.
Je zet een voet vooruit en dan een andere. Je kijkt niet naar de spiegeling in de plassen, het beeld van de takken waar je tussen hangt, pats! in het water.
Mijn boek, de tao van Thijs, is (tijdelijke) vastlegging in woorden van wat ik heb willen uitdrukken. Had ik het niet geschreven, dan was het voorbijgegaan, weggezakt, gemengd met van alles en nog wat. Het boek is onderdeel van mijn (levens)weg. Mijn weg wijst zich vanzelf als ik loop nu. Ik verenig mij met dat wat uitgedrukt wil worden. Ik ga nergens heen, tot ik aangekomen ben, open van geest en ontvankelijk. Dat is ook wat ik uit wil dragen, het leven nemen zoals het komt. Carpe diem. Beschikbaar zijn.
Beschikbaar met alles dat in me zit. Dat ook . In overeenstemming met wat er aan de hand is. Uiteindelijk is het geen verhaal
Ik heb een besluit genomen. Ik ga n.a.v. deze tekst uit een van mijn boekjes, een nieuw boek schrijven:
lopend sta ik stil
bij wat ik wil
ik kies geen weg
de weg kiest mij
ik leg me neer
bij het getij
Dit op de organische manier. Ik ga dat wat deze tekst wil uitdrukken steeds als uitgangspunt nemen bij de teksten die ik ga schrijven. Het zal een soort ‘levensgids’ worden. Met gedichten, verhaaltjes en liedjes. Het zal vrijheid ademen, maar ook datgene waar we niet over kunnen beslissen zal aanwezig zijn ;-). Ik kijk wel hoeveel bladzijden het gaat worden. Ik plan als datum 31 januari. Dan moet wat mij betreft het manuscript klaar zijn. Daarna zal ik ook wel weer langzamerhand moeten gaan werken. Dan zie ik wel weer wat allemaal gebeurt. Dan ga ik vanaf deze week weer wat interrailen, maar vooral dus op plekken zitten waar ik ook kan schrijven.
Weet iemand misschien plekken rond de 25 euro (eigen kamer, een persoon) of iets in goede hostels maar dan goedkoper ergens in Europa, niet te koud en regenachtig, waar ook andere mensen komen. En dan bedoel ik niet plekken met cursussen en coachen erbij.